Op 16 juli jongstleden is een internetconsultatie opengesteld waarin een aantal wijzigingen aan de orde komen van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet die met name betrekking hebben op de bemonsteringssystematiek van vaste mest (dikke fractie). Met de wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt de bemonsteringssystematiek van vaste mest (dikke fractie) aangepast. De bemonstering van vaste mest wordt tot op heden door de vervoerder uitgevoerd. Hierdoor wordt in de ogen van de overheid de betrouwbaarheid van de bemonsteringsuitslag onvoldoende gegarandeerd en wordt mogelijk geen representatief beeld van de totale vracht gegeven. In het 5e Nitraat Actie Programma (hierna: NAP) heeft Nederland toegezegd dat er een systematiek zal worden ontwikkeld waardoor de kans op foutieve bemonstering wordt… Lees meer
Lees verderOvermacht Basisbetalingsregeling GLB
Wie door overmacht, zoals bijvoorbeeld vanwege uitzonderlijke (weers)omstandigheden, niet of niet volledig kan voldoen aan de voorwaarden voor de uitbetaling van betalingsrechten, vergroeningsbetaling, extra betaling jonge landbouwers of graasdierpremie (Basisbetalingsregeling) kan een beroep doen op overmacht. Hiervoor kent de systematiek een regeling. Redenen voor overmacht Redenen voor overmacht zijn onder andere het overlijden van de begunstigde, een dier- of plantenziekte of een niet voorziene onteigening. Echter ook extreme weersomstandigheden kunnen een reden voor overmacht zijn. Gezien de extreme weersomstandigheden in sommige delen van ons land is deze reden op dit moment actueel. Wordt een beroep op overmacht goedgekeurd, dan blijft het recht op uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling bestaan. Extreme weersomstandigheden… Lees meer
Lees verderHerstelbemesting bouwland na extreme neerslag
Bij het vaststellen van het vierde actieprogramma nitraatrichtlijn is destijds een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om een herstelbemesting van gewassen op bouwland mogelijk maakt bij extreme regenval. Van deze regeling kan echter niet zonder meer gebruik worden gemaakt. Aan de regels zijn een aantal voorwaarden en regels verbonden waar aan moet worden voldaan. Zo moet worden voldaan aan de normen voor extreme regenval, moet sprake zijn van significante schade bij achterwege blijven van de herstelbemesting en moet men zich voor deze herstelbemesting aanmelden. Daarbij geldt de vrijstellingsregeling alleen voor stikstof en mag deze herstelbemesting alleen worden uitgevoerd met kunstmest. In tegenstelling tot bij fosfaat kan extreme regenval voor stikstof resulteren in uitspoeling van stikstof. Dit kan weer leiden tot opbrengst-… Lees meer
Lees verderFinale deadline indienen kringloopwijzer nadert
Melkveebedrijven met een melkveefosfaatreferentie groter dan nul zijn vanaf 1 januari 2015 verplicht om de KringloopWijzer te gebruiken (dit is opgenomen in de leveringsvoorwaarden van uw zuivelonderneming). Niet alleen is men verplicht de KringloopWijzer te gebruiken, de KringloopWijzer moest ook uiterlijk 1 mei 2016 zijn ingediend (deze termijn is dit jaar verplaatst van 1 maart naar 1 mei). Indienen was mogelijk door het bestand uit de KringloopWijzer te uploaden naar de Centrale Database of door de gegevens handmatig in te voeren. Met het verstrijken van de deadline van 1 mei 2016 is uploaden niet langer mogelijk, handmatige invoer nog wel. Dat is ook nodig gezien het feit dat van de 12.000 melkveehouders voor wie de… Lees meer
Lees verderIndividuele omstandigheden betrekken bij vaststellen melkveefosfaatreferentie
Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak in groot aantal beroepszaken waarin door even zoveel melkveehouders (hierna: appellanten), elk afzonderlijk, beroep was aangetekend tegen de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie (hierna: MVFR) voor hun bedrijf. Appellanten exploiteren agrarische bedrijven met melkvee. De Staatssecretaris van economische zaken (hierna: verweerder) heeft voor elk bedrijf met melkvee een MVFR vastgesteld op basis van de bij verweerder bekende referentiegegevens van het gemiddeld aantal gehouden stuks melkvee (inclusief jongvee) en de oppervlakte grond die bij het bedrijf in gebruik was in 2013. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de voor hun bedrijf vastgestelde MVFR met, naast een aantal per bedrijf… Lees meer
Lees verderGeen ambtshalve matiging mestboete bij overschrijding beslistermijn
Onlangs deed de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak in een zaak waarin onder andere de doorlooptijd van een procedure in relatie tot matiging van de boete aan de orde kwam. Eiser heeft een veehouderij met enkele percelen grond. Eind 2012 is door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, een controle op het bedrijf verricht. Naar aanleiding van die controle is door de toezichthouder een onderzoek gestart naar de naleving van de gebruiksnormen op het veehouderijbedrijf van eiser. Van dit onderzoek is een afdoeningsrapport opgemaakt. Bij brief van 17 september 2013 heeft verweerder eiser bericht dat hij voornemens is aan eiser bestuurlijke boetes voor in totaal € 26.760,-, op te leggen vanwege overtreding van de gebruiksnorm… Lees meer
Lees verderEen toezichthouder aan de deur: en dan?
Iedere (agrarische) ondernemer krijgt te maken met toezicht en controle. Soms maken toezichthouders hiervoor een afspraak, soms vindt het toezicht op een onverwacht moment plaats. Over het algemeen verloopt het toezicht in goede sfeer en zonder problemen. Toch is het goed uw rechten en plichten met betrekking tot toezicht en controles te kennen. Toezicht houdt in: controle op de naleving van wettelijke regels. Een toezichthouder verricht dan ook een controlerende taak. Het toezicht is dan ook niet zozeer een reactie op onrechtmatig gedrag, maar een instrument om te onderzoeken of daar mogelijkerwijs sprake daarvan kan zijn. De toezichtsbevoegdheden en –rechten kunnen dan ook worden uitgeoefend in situaties waarin in het geheel nog geen verdenking van een overtreding van de… Lees meer
Lees verderStikstofgat: nadere onderbouwing vereist
Vooral in de sectoren waar de bedrijven beschikken over weinig – eigen – grond komt het regelmatig voor dat de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de mestproductie hoger is dan de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de afvoer van de geproduceerde mest. Dit betekent dat structureel geen volledige verantwoording van de stikstof kan worden gerealiseerd. Deze omstandigheid wordt het aangeduid met de term stikstofgat. Om voor dit zogenoemde stikstofgat te corrigeren, werd, op basis van een toezegging van de toenmalige minister Veerman, voor bedrijven met staldieren een extra correctie geïntroduceerd die is gebaseerd op de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de productie van de mest en de geproduceerde hoeveelheid fosfaat.… Lees meer
Lees verderNVWA: Controles champignontelers op afvoer van champost
Via een bericht op haar site kondigt de NVWA aan de komende periode extra controles uit te zullen voeren bij champignontelers. Daarbij zal met name worden gekeken naar de (volledige) verantwoording van de afvoer van champost. Al eerder is door RVO per brief aangegeven dat champignontelers niet alleen een verplichting hebben om de mineralenbalans (fosfaat en stikstof) op orde te hebben maar er ook voor te zorgen dat de aanvoer (de hoeveelheid) van substraat en dekaarde overeenkomt met de afgevoerde hoeveelheid champost, en omgekeerd. Er is bij de afvoer van champost, indien deze rechtstreeks naar een landbouwbedrijf gaat of wordt geëxporteerd, weliswaar een vrijstelling van de verplichting tot wegen en bemonsteren, maar wel moet van alle afgevoerde champost een vervoersbewijs dierlijke mest… Lees meer
Lees verderBuiten beschouwing laten van vrachten afgevoerde mest: alleen bij concrete feiten
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een casus die handelde over de vraag of de staatssecretaris terecht een aantal vrachten afvoer van vaste rundveemest buiten beschouwing had gelaten als afvoer van mest. De casus De NVWA heeft een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de Meststoffenwet (Msw) door appellante in 2011. Daarin is waargenomen dat drie vrachten pluimveemest zijn vervoerd van een pluimveebedrijf naar het rundveebedrijf van appellante. Hiervan zijn geen vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (hierna: VDM) opgemaakt, de transporten zijn niet uitgevoerd door een geregistreerde intermediair en er is niet voldaan aan de overige verplichtingen die van toepassing zijn bij het vervoeren van dierlijke… Lees meer
Lees verder