Administratie bij scheiding van drijfmest

Het scheiden van drijfmest is een relatief eenvoudige  en vaak toegepaste methode om met een beperkt volume, relatief veel fosfaat af te zetten en daarmee te voldoen aan de mestverwerkingsplicht. De mest wordt gescheiden in een dunne en een dikke fractie. De dikke (vaste) fosfaatrijke fractie wordt afgevoerd van het bedrijf en uiteindelijk geëxporteerd. Het scheiden van drijfmest is echter ook regelmatig de oorzaak van een mestboete. Veelal gaat het dan om onlogische gehalten, maar ook het ontbreken van een goede administratie met betrekking tot het scheiden van de mest of het niet gebruiken van de juiste werkingscoëfficiënten van de scheidingsproducten (en daarmee het gebruiken van teveel kunstmest)  kunnen aanleiding zijn voor het opleggen van een mestboete. Over deze laatste zaken hieronder iets… Lees meer

Lees verder

Over een oude bezinklaag…

Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) een (tussen)uitspraak in een langlopende zaak die handelde over het wel of niet mogen inrekenen van een bezinklaag bij de bepaling van de eindvoorraad dierlijke mest. Aan een vleesvarkensbedrijf (hierna: appellante) werd over 2007 (!) een boete opgelegd vanwege het niet voldoen aan de verantwoordingsplicht. In bezwaar en beroep heeft appellante betwist deze overtreding te hebben begaan. Appellante voert aan aantoonbaar alle op haar bedrijf geproduceerde mest te hebben afgevoerd. Het aantal varkens dat is gehouden staat vast. Aan de hand daarvan kan de hoeveelheid geproduceerde mest worden berekend. Appellante heeft aangetoond al deze mest (gemeten in tonnen) te hebben afgevoerd en heeft… Lees meer

Lees verder

Internetconsultatie ontwerpwijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet equivalente maatregelen

Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken heeft een ontwerpwijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet,  waarin een verhoging van de fosfaatgebruiksnorm en stikstofgebruiksnorm bij het treffen van de equivalente maatregelen mogelijk wordt gemaakt, via een open internetconsultatie ter inzage gelegd. De inzagetermijn eindigt op 13 mei 2016. De ontwerpwijziging maakt een verhoging van de fosfaatgebruiksnorm of stikstofgebruiksnorm mogelijk indien een landbouwer ervoor kiest één van de volgende zogenaamde ‘equivalente maatregelen’ op bouwland te treffen: stikstof- en fosfaatgebruiksnormen afhankelijk van de gewasopbrengst; Een hogere stikstofgebruiksnorm bij vervanging dierlijke mest door kalkammonsalpeter (KAS), chilisalpeter, kalksalpeter, stikstofmagnesium of mineralenconcentraat; Een hogere stikstofgebruiksnorm bij rijenbemesting in mais op zand en lössgronden. Doel van de internetconsultatie is het… Lees meer

Lees verder

Wel een vervoersdocument, maar geen mesttransport…

Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: het CBb) uitspraak in een zaak waarin sprake was van het niet naar waarheid verrichten van laad- en losmeldingen bij het vervoer van dierlijke mest en het niet naar waarheid opstellen van Vervoersdocumenten Dierlijke Meststoffen (hierna: VDM’s). Aan drie appellanten werden meerdere bestuurlijke boetes opgelegd van in totaal € 1.200,- per appellant. Grondslag voor de boete was een rapport opgemaakt door toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). Daarin werd geconstateerd dat appellanten zes keer de artikelen 55 en 56 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet hadden overtreden door vervoersgegevens over het laden en lossen van vaste mest vast te leggen met behulp van apparatuur… Lees meer

Lees verder

Ontheffing mestverwerkingsplicht alleen in uitzonderlijke individuele gevallen

Stel je start met een aantal veehouders een project om een mestverwerkingsinstallatie van de grond te krijgen. Door omstandigheden kost de feitelijke realisatie echter veel meer tijd dan verwacht. Dan maak je dubbele kosten: de inleg voor de ontwikkeling van de nog niet operationele verwerkingsinstallatie is al geïnvesteerd en je moet jaarlijks kosten maken om alsnog te voldoen aan de mestverwerkingsplicht. Een (tijdelijke) ontheffing van de mestverwerkingsplicht zou hier enige verlichting in kunnen bieden. Over deze kwestie deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) onlangs een uitspraak. Appellanten zijn enkele jaren gestart met een initiatief om te komen tot gezamenlijke mestverwerking en hebben daartoe een coöperatie opgericht. Het plan bevindt… Lees meer

Lees verder

Over de bewijskracht van GPS losmeldingen

Wanneer een vracht dierlijke mest wordt gelost of geladen, is het verplicht hiervan een zogenaamde GPS melding te doen. Op deze manier wordt de exacte positie van de los- of laadplaats van de betreffende vracht vastgelegd. Dat dergelijke GPS Losmeldingen ook tot discussie kunnen leiden, blijkt uit onderstaande uitspraak van het College voor Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College), die handelde over de bewijskracht die aan GPS losmeldingen mag worden toegekend. In de betreffende casus werd appellant verweten teveel mest te hebben aangevoerd en daarmee de gebruiksnormen te hebben overschreden. Het geschil spitste zich toe op de vraag of 12 vrachten dierlijke mest wel of niet door appellant zouden zijn aangevoerd.  Appellant zelf ontkent dat de twaalf vrachten  in haar… Lees meer

Lees verder

Vanaf 2017 fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Staatssecretaris van Dam heeft per brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat en hoe hij het systeem van fosfaatrechten in de melkveehouderij wil invoeren.  De afgelopen maanden is er uitvoerig overleg geweest tussen het ministerie en de zogenaamde regiegroep  ( LTO Nederland, de Nederlandse Zuivelorganisatie, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt, Netwerk GRONDig en de Stichting Natuur en Milieu) over de invulling van het systeem.  De uiteindelijke opzet is dan ook een compromis tussen de wensen van de diverse partijen. Een groot aantal van die wensen hebben we de afgelopen periode in de media al voorbij zijn gekomen (ontzien extensieve bedrijven, generieke korting, afroming bij transacties, vrije verhandelbaarheid, etc). Hieronder kort een aantal hoofdpunten uit de… Lees meer

Lees verder

Kan ik nog VVO’s registreren na afloop van een kalenderjaar?

In 2014 is de zogenaamde mestverwerkingsplicht ingevoerd. Deze verplichting geldt voor veehouders die met hun dieren meer fosfaat produceren dan op de bij het bedrijf geregistreerde grond mag worden geplaatst. Wanneer dat het geval is moeten deze veehouders, afhankelijk van de regio waarin ze zijn gevestigd, een deel van dit fosfaatoverschot laten verwerken. De mogelijkheden hiertoe zijn via rechtstreekse verwerking of export (vervoersdocument mest met opmerkingscode code 61), niet-rechtstreekse verwerking of export oftewel de zogenaamde driepartijenovereenkomst (afgekort: 3PO of DPO) of via de overdracht van de verwerkingsplicht naar een collega via een zogenaamde Vervangende Verwerkingsovereenkomst (afgekort: VVO). Op het niet of niet volledig voldoen aan de verwerkingsplicht staat een boete van 11… Lees meer

Lees verder

Scheuren van grasland

Wie grasland scheurt, doodspuit of vernietigt,  moet zich aan een aantal voorwaarden houden. Deze voorwaarden verschillen per grondsoort: voor klei, veen en zand- en lössgrond verschillen de perioden in en voorwaarden waaronder het scheuren, doodspuiten of vernietigen is toegestaan. Onderstaand schema geeft per grondsoort een overzicht van deze perioden en voorwaarden. Alleen voor productiegrasland De regels voor het scheuren of vernietigen van grasland gelden voor grasland dat wordt gebruikt voor voerproductie of beweiding. Met grasland bedoelen we grond die voor ten minste 50% is beteeld met gras. De regels gelden dus niet voor gras dat wordt gebruikt voor graszaad, graszoden, siergrassen of groene braak. Vrijstelling herstel van schade Wanneer sprake is van schade aan de graszode… Lees meer

Lees verder

Vastlegging van fosfaat door vleesvarkens: Effecten van brijvoer

De afgelopen maanden kwam de vastlegging van fosfaat door dieren gevoerd met brijvoer regelmatig voorbij als discussiepunt. Mag deze nu wel of niet worden toegepast?  In dit bericht kort de stand van zaken. Bij het berekenen van de afvoer van fosfaat  in dierlijke producten in de varkenshouderij wordt gebruik gemaakt van een forfaitair gehalte aan vastlegging van fosfaat per kilogram levend gewicht. Dit fosfaat-gehalte is gebaseerd op  onderzoek door  Jongbloed en Kemme. Een belangrijke aanname in dit onderzoek was dat de rantsoensamenstelling geen wezenlijke invloed heeft op de hoeveelheid fosfaat die wordt vastgelegd door het varken. Uit een latere literatuurstudie van Bikker en Jongbloed bleek echter dat de vastlegging van fosfaat bij varkens die werden gevoerd met natte… Lees meer

Lees verder