Veehouders die op hun bedrijf meer dierlijke mest (in termen van stikstof of fosfaat) produceren dan geplaatst kan worden op de grond die bij het bedrijf hoort, worden geacht dat deel van hun mestproductie volgens de daarvoor opgestelde procedures af te voeren naar derden. Hiervoor moet een erkend intermediair worden ingeschakeld, die beschikt over de voorgeschreven AGR/GPS en weeg- en monstername apparatuur, de relevante meldingen doet, het monster neemt, dit monster ter analyse aanbiedt aan een erkend laboratorium, voor de verzending van het papierwerk zorg draagt en uiteraard de mest vervoert van producent naar afnemer. Soms gaat het daarbij mis. De vraag is dan tot hoe ver in dit proces… Lees meer
Lees verderWijzigingen naar aanleiding van knelpunten graszaadsector
De graszaadsector heeft een aantal knelpunten voor de sector die voortvloeien het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet van 2 juli 2014 aangekaart bij de staatssecretaris. Die heeft deze knelpunten voorgelegd aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) voor advies. Op basis van het CDM advies wordt één herstelmaatregel direct doorgevoerd en twee andere maatregelen zullen worden doorgevoerd, mits de Europese Commissie ook van mening is dat daarmee geen afbreuk plaatsvindt aan de doelen van het vijfde Nederlandse actieprogramma Nitraatrichtlijn. Een overzicht: Latere gift van stikstofkunstmest Het eerste punt betreft de stikstofkunstmestgift in september/oktober op overjarig rietzwenkgras dat wordt geteeld voor de zaadwinning. Mede op basis van het advies van de CDM zal het per 1 januari 2016 mogelijk worden in de graszaadteelt van… Lees meer
Lees verderAanpassingen Besluit gebruik meststoffen
In het Besluit gebruik meststoffen (hierna: Bgm) worden voorschriften gegeven voor het gebruik van meststoffen. Onlangs zijn een aantal wijzigingen in het Bgm doorgevoerd: Toevoegen van herwonnen fosfaten als meststof in het Bgm Begin 2015 is in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet een nieuwe categorie meststoffen, ‘herwonnen fosfaten’, toegevoegd. Op grond van artikel 1a van het Bgm mogen herwonnen fosfaten, voor zover zij voldoen aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, op de Nederlandse bodem worden gebruikt. Deze wijziging van het Bgm strekt ertoe nadere regels te stellen aan het gebruik van herwonnen fosfaten. Hierbij wordt aangesloten bij de eisen die worden gesteld aan overige organische meststoffen. Tevens wordt in het Bgm een… Lees meer
Lees verderRekenmodel grondgebondenheid gepubliceerd
Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken heeft staatssecretaris van Dam de rekenwijze met betrekking tot de grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij gepubliceerd. Hij heeft aan dit verzoek gehoor gegeven door middel van een brief met een toelichting en een aantal rekenvoorbeelden. De brief kan hier worden gedownload. De inhoud van de brief spreekt voor zich, wellicht met één uitzondering waarover de nodige verwarring bestond: de extra grond die nodig zou zijn wanneer de fosfaatproductie niet toe zou nemen. In stap 2.2 van de berekening wordt gesteld dat als de fosfaatproductie van het melkvee niet toeneemt, geen extra grond in het bedrijf hoeft te worden… Lees meer
Lees verderRVO waarschuwt voor fouten met gebruik opmerkingscode 61
RVO geeft een waarschuwing met betrekking tot de Vervoersdocumenten Dierlijke Mest (VDM) die opgemaakt worden voor mest die rechtstreeks van veehouderijbedrijven aan mestverwerkende bedrijven wordt geleverd. De waarschuwing heeft vooral betrekking op VDM’s die in het kader van de verplichte mestverwerking zijn voorzien van opmerkingscode 61 en daarmee tevens dienen als mestverwerkingsovereenkomst. RVO.nl registreerde tot 30 september van dit jaar ruim 71.000 mestverwerkingsovereenkomsten via opmerkingscode 61 op het VDM. Dat is ruim 54% van het totaal aantal geregistreerde mestverwerkingsovereenkomsten. Er is 26,7 miljoen kilo fosfaat gemoeid. RVO constateert dat het hier om een onwaarschijnlijk grote stroom gaat en geeft aan dat waarschijnlijk de nodige mest ten onrechte wordt geregistreerd als rechtstreeks geleverd aan een mestverwerkend bedrijf. Opmerkingscode 61 mag uitsluitend… Lees meer
Lees verderNVWA start deze week met controles op inzaai vanggewas na maïs
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft aangegeven in de week van 9 november te starten met controles op het verplicht inzaaien van een vanggewas na de oogst van de maïs. Maïstelers op zand- en lössgrond zijn verplicht om na de maïsoogst een vanggewas n te zaaien en dit in ieder geval tot 1 februari 2016 op het land te laten staan. Het zaaien van een vanggewas na maïs is bedoeld om uitspoeling van stikstof in het najaar en de winter te voorkomen. Dit moet bijdragen aan de realisatie van de nitraatrichtlijn op de zogenaamde uitspoelingsgevoelige grondsoorten. De regels voor het telen en vernietigen van een vanggewas zijn: Het vanggewas moet… Lees meer
Lees verderIndienen kringloopwijzer voor maart 2016
Vanaf 2015 zijn alle melkveebedrijven met een fosfaatoverschot verplicht de KringloopWijzer in te vullen. De zuivelondernemingen hebben deze verplichting opgenomen in hun leveringsvoorwaarden. De genoemde groep melkveebedrijven moet voor 1 maart 2016 de kringloopwijzer hebben opgesteld en ingediend. Dit dient te gebeuren via de site: www.dekringloopwijzer.nl. Voordat kan worden begonnen met het invullen van de kringloopwijzer, moet op de site worden ingelogd. Dit inloggen verloopt via eHerkenning (Niveau 2+). Hiervoor is geopteerd vanuit privacy overwegingen: de gegevens die nodig zijn om de kringloopwijzer kunnen voor een belangrijk deel automatisch worden ingelezen. Dat vraagt natuurlijk om een deugdelijke afscherming. Na het inloggen kunnen machtigingen worden gegeven aan organisaties waarmee deze hun gegevens automatisch in kunnen laden. Doel van het instellen van deze… Lees meer
Lees verderBenutten van overblijvende fosfaatruimte
In bovenstaand overzicht is – schetsmatig – de situatie weergegeven zoals we die regelmatig op melkveebedrijven tegen komen. In het schema is in het bovenste blok de mestproductie, in kg stikstof en fosfaat, gegeven. In de onderste rij blokken is de verantwoording van de geproduceerde stikstof en fosfaat gegeven via respectievelijk de gebruiksnormen van de grond die in gebruik is bij het bedrijf en de mest die wordt afgevoerd naar derden. Het derde blok, de mutatie van de voorraad dierlijke mest, is in dit voorbeeld beschouwd als sluitpost. De cijfers in dit voorbeeld zijn afgerond en hebben geen betrekking op een specifiek bedrijf, maar staan model voor een groep bedrijven. Het zijn bedrijven die een aanzienlijk voordeel… Lees meer
Lees verderLTO en NVV: verwerkingspercentages voor 2016 niet te verhogen
Het is inmiddels eind oktober 2015. Nog ruim 2 maanden voordat we 2016 schrijven. Welke percentages dan gelden voor de verwerkingsplicht van het fosfaatoverschot op bedrijfsniveau is op dit moment nog niet bekend. Eerder dit jaar publiceerde het College Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) haar advies voor de hoogte van de percentages in het 2016. In het basisscenario van dit advies stelde het CDM voor om in het ‘overschotsgebied Zuid’ een verwerkingspercentage van 74% te gaan hanteren en om in het ‘overschotgebied Oost’ uit te gaan van een verwerkingspercentage van 62%. Voor het gebied ‘overig’ zou het verwerkingspercentage van 10% gehandhaafd kunnen blijven. In reactie op dit advies gaf staatsecretaris Dijksma aan in overleg met de landbouworganisaties te … Lees meer
Lees verderReactie Cumela, LTO en NVV op anti-fraude maatregelen Meststoffenwet
Per brief van 13 oktober 2015 heeft staatssecretaris Dijksma de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de fraudemaatregelen Meststoffenwet. In haar brief geeft staatssecretaris Dijksma een overzicht van de beleidsmaatregelen die zijn of worden ingevoerd met betrekking tot het bestrijden van fraude met mest. Op 16 oktober heeft Cumela Nederland hier in een brief op gereageerd. Daarbij geeft Cumela aan enerzijds het doel van het beleid en de diverse maatregelen die in de brief worden genoemd te ondersteunen. Anderzijds, vraagt Cumela aandacht voor enkele bezwaren. Het belangrijkste bezwaar heeft betrekking op het beëindigen van de uitzondering van de toepassing van AGR/GPS bij de export van vaste/bewerkte mest. In de brief van… Lees meer
Lees verder