RVO vraagt jaarlijks aan een aantal agrarisch ondernemers en intermediairs om aanvullende gegevens aan te leveren. De bedrijven die dit aangaat hebben onlangs bericht ontvangen. De opgave van deze Aanvullende gegevens moet vóór 1 februari 2016 gebeuren. Het formulier voor het doorgeven van de aanvullende gegevens vanaf woensdag 16 december beschikbaar op mijn RVO. In de toelichting bij het formulier wordt bij de bepaling van de eindvoorraad mest dit jaar in de toelichting gewezen op een aantal zaken. Hier lichten we er twee van uit:
Gehalten gehaltes in eindvoorraad dierlijke mest
Bij het bepalen van het stikstof- en het fosfaatgehalte in de mest wordt gesteld dat gebruik kan worden gemaakt van de volgende gegevens:
- Analyseresultaten ‘Heeft u analyseresutlaten van dierlijke mest die u in de afgelopen jaren van uw bedrijf heeft afgevoerd? Dan moet u de gemiddelde gehaltes van deze analyseresultaten gebruiken’.
- Forfaitaire waarden ‘Heeft u geen analyseresultaten? Dan kunt u gebruik maken van de forfaitaire waarden zoals die in tabel 5 en 5a voor het mestbeleid staan.
Het is de vraag of dit in alle gevallen de beste methoden is. Zo zal op bedrijven waar relatief ‘dunne’ mest wordt afgevoerd er nog relatief ‘dikke’ mest in de eindvoorraad moeten zitten, maar zou je toch uit moeten gaan van de gehalten van de afgevoerde mest. Tenzij je gemotiveerd af wilt wijken.
Het opgeven van een bezinklaag in varkensstallen
Wie varkens heeft gehouden en een mestopslag onder de stal heeft, kan te maken krijgen met het ontstaan van een bezinklaag in deze mestopslag. Zo’n bezinklaag heeft vaak hogere fosfaat- en stikstofgehalten dan de mest daarboven. Bij het invullen van de eindvoorraad moet dan ook rekening worden gehouden met deze bezinklaag. Wie een bezinklaag in een varkensstal, kan de hoeveelheid mineralen in deze bezinklaag op de volgende manier berekenen:
Het gewicht van de bezinklaag wordt gelijk gezien aan het volume (1 kuub = 1 ton). Voor de omvang van de bezinklaag kan worden uitgegaan van de oppervlakte van de mestkelder en de hoogte van de bezinklaag, waarbij wordt gesteld dat de bezinklaag maximaal 2 cm per jaar toe zal nemen. Voor de bezinklaag wordt dezelfde mestcode ingevuld als de mestcode die wordt gebruikt voor dierlijke mest daarboven. De bezinklaag moet wel opgegeven worden als een aparte mestvoorraad. Ook voor de bezinklaag moet gebruik worden gemaakt van analyses van deze bezinklaag. Als die ontbreken, wat in de meeste gevallen het geval zal zijn, dan kunnen onderstaande waarden worden gebruikt.