Boeren op zand- of lössgrond, waarbij het grasland als gevolg van de overvloedige regenval ernstige schade heeft opgelopen krijgen de mogelijkheid om de graszode te vernietigen en het grasland opnieuw in te zaaien.
Het vernietigen van de graszode is op deze grondsoorten in deze periode, volgens artikel 4b, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen (Bgm besluit). Tot en met 15 september 2016 wordt vrijstelling van dit verbod verleend wanneer:
- de verwachte grasopbrengst door wateroverlast naar verwachting tenminste 25% lager is dan in een jaar zonder wateroverlast;
- de totale oppervlakte beschadigd grasland tenminste 5% bedraagt van de oppervlakte grasland die bij het bedrijf in gebruik is;
- een geregistreerd schade-expert in een op het bedrijf te bewaren rapport bevestigt dat is voldaan aan de bovengenoemde voorwaarden;
- het voornemen om de graszode te vernietigen minimaal 7 werkdagen voorafgaand aan de daadwerkelijke vernietiging, maar uiterlijk op 31 augustus van het jaar 2016 en na gereedkomen van het rapport, wordt gemeld bij de minister van Economische Zaken (lees: RVO);
- op de betreffende percelen grasland herinzaai van gras plaatsvindt binnen zeven werkdagen na de vernietiging van de graszode, maar uiterlijk op 15 september 2016.
Zie voor meer informatie de publicatie van de vrijstellingsregeling in de Staatscourant.