Bij het opleggen van een bestuurlijke boete in verband met het niet naleven van de verantwoordingsplicht voor fosfaat en stikstof die geldt binnen de Meststoffenwet (oftewel het overschrijden van de gebruiksnormen) is sprake van het opleggen van een zogenaamde punitieve sanctie (doel van de sanctie is straffen).
Bij het opleggen een dergelijke sanctie ligt het in beginsel op de weg van het bevoegde gezag om, op basis van concrete feiten en omstandigheden, aan te tonen dat – en in welke mate – een vermeende overtreder de gebruiksnormen heeft overschreden. Deze zogenaamde onschuld presumptie vind je ook terug bij andere punitieve sancties. Denk bijvoorbeeld aan een snelheidsovertreding: Het bevoegde gezag toont met een meting, voorzien van een correctie in verband met de meetonnauwkeurigheid, aan dat de snelheid van een voertuig op een gegeven wegtraject hoger was dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid.
Binnen de Meststoffenwet werkt het echter allemaal net even anders. In artikel 14, eerste lid, van de Meststoffenwet wordt op de vermeende overtreder de verantwoordingsplicht gelegd en is onschuld presumptie niet van toepassing. Het is aan de vermeende overtreder om de hoeveelheid fosfaat, respectievelijk stikstof in de aangevoerde, geproduceerde en afgevoerde mest te verantwoorden. Hiermee heeft de wetgever er uitdrukkelijk voor gekozen dat niet het bewijs van het bevoegde gezag, maar de verantwoording van de aangifteplichtige bepalend is voor de op te leggen sanctie. Daarbij moet de aangifteplichtige steeds aan kunnen tonen dat de mest die is geproduceerd of is aangevoerd en niet meer in opslag zit, is afgevoerd, alsmede naar wie deze is afgevoerd.
Dit neemt niet weg dat de wetgever, indien hij ter zake een bestuurlijke boete op wil opleggen, op basis van concrete feiten en omstandigheden dient aan te tonen dat een vermeende overtreder de verantwoordingsplicht inderdaad niet heeft nageleefd. Maar belangrijk is wel dat de verantwoordingsplicht bij degene rust op wiens bedrijf de mest is geproduceerd of aangevoerd: Schuldig totdat het tegendeel bewezen is, dus.