Door publicatie in de Staatscourant heeft Staatssecretaris Van Dam een aantal wijzigingen met betrekking tot de  Regeling fosfaatreductieplan 2017 vastgesteld. Een deel van deze wijzigingen was reeds aangekondigd. Zo was bekend dat de Regeling zou worden beperkt tot melkproducerende bedrijven. Ook had de Staatssecretaris al aangegeven zeldzame runderrassen te zullen ontzien. Deze toezeggingen zijn vertaald in deze wijziging van de Regeling.

20170429 weilandMet de wijzigingen zou het voor kunnen komen dat runderen van bedrijven die onder de Regeling vallen (melkleverende bedrijven) worden verplaatst naar bedrijven die niet langer onder de Regeling vallen (denk hierbij aan  jongvee van melkveebedrijven naar jongveeopfokbedrijven). Het zogenaamde ‘ontwijken’, wat het beoogde effect van de Regeling zou ondermijnen. In het oorspronkelijke plan van zuivel.nl was hiervoor een minimale jongveebezetting van 33% ingebouwd. In de wijziging van de Regeling wordt iets soortgelijks geïntroduceerd: het jongveegetal. Naast het referentieaantal en het doelstellingsaantal dus een nieuwe referentie.

Wat is het jongveegetal ?

Het jongveegetal wordt berekend door het aantal runderen op een melkleverend bedrijf op 28 april 2017 van 0 tot 1 jaar en van 1 jaar en ouder dat nog niet gekalfd heeft te delen door het aantal runderen dat op die dag aanwezig is op dit bedrijf en tenminste  eenmaal heeft gekalfd. Hierbij moet worden gerekend met de GVE-normen zoals deze in de Regeling staat.  Dus: het aantal GVE aan ‘jongvee’ gedeeld door het aantal GVE aan ‘melkkkoeien’. Om de voorgeschreven GVE-reductie te bereiken dient vanaf nu met deze verhouding te worden gerekend. Ook al is er minder jongvee op het bedrijf.

Het voldoen aan de doelstelling of de referentie is dus vanaf 28 april 2017 niet meer mogelijk door alleen het aantal dieren te reduceren dat nog niet heeft afgekalfd. De bedoeling van de Staatssecretaris is duidelijk: ontwijking voorkomen. Bedrijven die – volstrekt ter goeder trouw – afspraken hadden gemaakt om in de loop van het jaar hun jongvee onder te brengen bij een jongveeopfokbedrijf, zien hiermee hun plannen gedwarsboomd en dat is zuur.

20170429 melkstalEen tweede maatregel om ‘ontwijking’ te voorkomen die in de Regeling is opgenomen heeft betrekking op  melkkoeien. Voor runderen die tenminste eenmaal hebben gekalfd, geldt dat wanneer koeien worden afgevoerd naar een niet-melkleverend bedrijf,  deze koeien niet binnen een periode van 4 maanden terug mogen keren naar het oorspronkelijk afvoerende bedrijf. Gebeurt dit toch dan zal met terugwerkende kracht een herberekening van de heffing worden gemaakt.

Tenslotte is in de Regeling een uitzondering voor  de aanwas van runderen van de rassen Brandrood rund, Fries Hollands vee, Lakenvelder, Roodbont Fries vee en Groninger blaarkop opgenomen. Voorwaarde is wel dat de runderen als zodanig worden gemerkt in het I&R-systeem. Hoe dit dient te gebeuren zal nader worden aangegeven door de Staatssecretaris.

De wijzigingen van de Regeling treden per 1 mei 2017 in werking. Voor de onderdelen van de Regeling die betrekking hadden op niet-melkleverende bedrijven werkt de aanpassing terug tot en met 1 maart 2017. Deze bedrijven vallen hiermee dus met terugwerkende kracht uitgezonderd van de Regeling.

Lees hier de volledige tekst van de wijziging van de Regeling