Sinds dit jaar zijn de regels rond het inzaaien van een vanggewas na maïs op zand en lössgrond enigszins aangepast. Verandering betekent altijd enige onduidelijkheid. Vandaar, hieronder een samenvatting van de regels en de voorwaarden met betrekking tot het inzaaien van een vanggewas.
Waarom een vanggewas na maïs?
De wetgever stelt dat dat maïsteelt op zand- en lössgrond een groot risico voor uitspoeling van stikstof heeft. Mais stopt na juli met opnemen van stikstof, maar na die tijd komt er nog veel stikstof vrij. Deze stikstof blijft in de bodem achter die uit kan spoelen gedurende de winter. Om deze uitspoeling te voorkomen is de verplichting om direct na de oogst van maïs op zand- en lössgrond een vanggewas telen ingevoerd. Dit vanggewas moet de dan nog in de bodem aanwezige stikstof vastleggen en daarmee behoeden voor uitspoeling.
Wil dit gebeuren dan moet het vanggewas zich voldoende goed kunnen ontwikkelen. Daarom zijn vanaf 2019 uiterlijke inzaaidatums voor het vanggewas gedefinieerd. Gezien het doel van het vanggewas mag, in tegenstelling tot een groenbemester, een vanggewas ook niet worden niet worden bemest. Bemesten mag pas weer als de uitrijdperiodes van het volgende kalenderjaar zijn ingegaan.
Uiterste inzaaidatum vanggewas
De uiterste inzaaidatum van het vanggewas na de teelt van biologische snijmaïs, korrelmaïs, suikermaïs, Corn Cob Mix of Maïskolvensilage is 31 oktober. Voor de teelt van een vanggewas na snijmais is de uiterste inzaaidatum 1 oktober.
Wijze van inzaaien
Aan de verplichting van het vanggewas na maïs kan worden voldaan door:
- onderzaai tijdens de maïsteelt. Het is belangrijk om tussen de rijen maïs te telen, zodat de wortels van het vanggewas de bodem kunnen doorwortelen.
- direct na de oogst van de maïs een vanggewas in te zaaien
- direct na de oogst van snijmaïs wintergraan te telen als hoofdteelt voor het volgende kalenderjaar.
In alle situaties is goede landbouwpraktijk het uitgangspunt. Wanneer de inzaai ‘mislukt’ zal de teler moeten aantonen dat al de nodige moeite is gedaan om de opkomst van het vanggewas te laten slagen. Denk hierbij aan het gebruik van voldoende en goed zaaizaad en een geschikte machine.
Wanneer vanggewas uiterlijk inzaaien?
Er zijn verschillende uiterlijke datums om een vanggewas in te zaaien. De datum hangt af van het soort maïs dat u teelt en hoe het vanggewas wordt geteeld. In de tabellen hieronder is per maïssoort gegeven wanneer uiterlijk het vanggewas moet zijn ingezaaid en welk vanggewas mag worden ingezaaid. In de Gecombineerde Opgave geeft u bij het maïsperceel het vanggewas als volgteelt op. Doorgeven kan uiterlijk 1 oktober.
Vanggewas na snijmaïs
Onderstaande tabel geldt bij de teelt van snijmaïs.
U teelt een vanggewas: | door onderzaai | direct na de oogst | direct na de oogst als hoofdteelt |
Wanneer uiterlijk zaaien | 1 oktober (geen uiterste oogstdatum) |
1 oktober | 31 oktober |
Welk gewas zaaien | Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
Spelt Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
Vanggewas na andere soorten maïs
Onderstaande tabel gebruikt u als u een van de volgende maïssoorten teelt: biologische snijmaïs, korrelmaïs, suikermaïs, Corn Cob Mix of Maïskolvensilage.
U teelt een vanggewas: | door onderzaai | direct na de oogst | direct na de oogst |
Wanneer uiterlijk zaaien | 1 oktober (geen uiterste oogstdatum) |
1 oktober, onderstaande gewassen | 31 oktober, onderstaande gewassen |
Welk gewas zaaien | Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver |
Spelt Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
Mengsel als vanggewas
Het is toegestaan een mengsel van verschillende gewassen als vanggewas telen. Het mengsel bestaat dan wel voor ten minste twee derde uit een of meer vanggewassen uit de tabellen hierboven. Voorwaarde is dat ook dat het ingezaaide mengsel in het najaar tot ontwikkeling is gekomen.
Vernietigen vanaf 1 februari
Het vanggewas mag niet worden vernietigd vóór 1 februari van het volgende jaar. Het maakt niet uit of het vanggewas als onderzaai of direct na de oogst is gezaaid. Is gekozen voor een vanggewas als hoofdteelt na snijmaïs, dan mag het niet worden vernietigd. Het gewas moet dan later in het jaar als hoofdteelt worden geoogst.
Wanneer gras als vanggewas wordt ingezaaid, mag dit als veevoer worden gebruikt (weiden of maaien) in het volgende jaar. Wel moeten daarna de regels voor het scheuren van grasland worden betracht. Als het gras wordt gebruikt als veevoer, ziet RVO dit vanaf 1 februari van het volgende kalenderjaar als tijdelijk grasland met alle bijbehorende regels en voorwaarden voor tijdelijk grasland.
Het is uiteraard ook toegestaan vanaf 1 februari van het volgende jaar het grasland te vernietigen en een ander gewas te zaaien als hoofdteelt voor dat jaar als u het vanggewas niet als grasland gebruikt. In die situatie gelden de regels voor het scheuren van grasland niet.
Controle en handhaving
Indien er geen of een onjuist vanggewas wordt geteeld, niet aan de uiterste inzaaidatum wordt voldaan of anderszins niet aan de regels rondom de teelt van een vanggewas wordt voldaan is sprake van een overtreding. Dit kan een boete en mogelijk ook een randvoorwaardenkorting betekenen. Bovendien kan het gevolgen hebben voor de derogatievergunning. Opletten dus!