Een veel voorkomend probleem bij de uitwerking van de gebruiksnormenberekening op veehouderijbedrijven die veel mest afvoeren is de situatie waarin geen overschrijding plaatsvindt van de fosfaatgebruiksnorm, maar wel van de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest. Dit terwijl er (meer) dan voldoende mest wordt afgevoerd. Een probleem dat (waarschijnlijk en vooral) wordt veroorzaakt doordat de vaste norm voor de vervluchtiging van stikstof te laag is vastgesteld ten opzichte van de verliezen die plaatsvinden op het bedrijf in kwestie. Hoewel al jaren wordt gesproken over aanpassing of het meer flexibel maken van deze norm is dit tot op heden nog niet gebeurd.
Wel wordt het probleem onderkend en er wordt zelfs voor gecorrigeerd. Op grond van een toezegging van de toenmalige minister Veerman in 2006 hanteert de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) een correctie voor dit zogenaamde stikstofgat. Deze correctie houdt in dat er van wordt uitgegaan dat de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de geanalyseerde mestafvoer, mag worden gebruikt voor de berekening van een correctie van de hoeveelheid stikstof in de geproduceerde mest. Deze correctie wordt dan in mindering gebracht op de berekende stikstofproductie door de dieren.
Een voorbeeld
De varkens op bedrijf X produceren in een gegeven kalenderjaar 1000 kg fosfaat en 2000 kg stikstof. Op de grond die bij het bedrijf hoort kon per hectare 55 kg fosfaat en 170 kg N worden geplaatst. De resterende mest wordt afgevoerd. Na analyse blijkt in deze afgevoerde mest 950 kg fosfaat en 1500 kg stikstof in te zitten. De voorraden blijven gelijk. Uit de verantwoordingsplicht van de dierlike mest blijkt dat er 1005 kg fosfaat is verantwoord en 1670 kg stikstof. Er resteert dus een hoeveelheid van 330 kg stikstof die niet is verantwoord. Goed voor een boete van ruim 2.000 Euro.
De verhouding tussen stikstof en fosfaat in de afgevoerde mest bedraagt: 1.500/950 = 1,58. Wanneer deze verhouding op de fosfaatproductie wordt gelegd betekent dit: 1,58 * 1000 =. 1580 kg stikstof. De correctie voor het ‘ stikstofgat’ bedraagt daarmee: 2.000 – 1.580 kg = 420 kg. Deze correctie wordt in mindering gebracht op de mestproductie door de dieren. De berekening wordt dan als volgt.
De varkens op bedrijf X produceren 1.000 kg fosfaat en (2.000-420) 1.580 kg stikstof. Op de grond die bij het bedrijf hoort kan 55 kg fosfaat en 170 kg N worden geplaatst. De resterende mest wordt afgevoerd. Na analyse blijkt er 950 kg fosfaat en 1500 kg stikstof in de afgevoerde mest te zitten. De voorraden blijven gelijk. In totaal is hiermee 1005 kg fosfaat is verantwoord en 1670 kg stikstof. Hiermee is volledig aan de verantwoordingsplicht voldaan.
Toch geen volledige oplossing
Een mooie oplossing. Toch kleven er een aantal nadelen aan:
- De correctie voor het stikstofgat is niet opgenomen in de Meststoffenwet en kan daarom niet worden gezien als een ‘recht’ en het wordt niet in elke situatie zonder meer of op deze wijze toegepast. Denk in dit kader bijvoorbeeld aan bedrijven die mestscheiding hebben toegepast waardoor de stikstof : fosfaat verhouding in de afgevoerde mest sterk afwijkt van de oorspronkelijk geproduceerde mest.
- De correctie is alleen van toepassing op bedrijven met staldieren en niet voor mest afkomstig van graasdieren.
- Bij bedrijven met veel grond is de mestafvoer beperkt en lastiger om aan te tonen dat de afgevoerde mest representatief is voor de gemiddelde mest op het bedrijf. Of denk in dit kader aan bedrijven die een deel van de mest op basis van forfaitaire normen afvoeren.
In bovenstaande omstandigheden kan het lastig zijn om het gelijk aan uw zijde te krijgen terwijl u wel in uw recht staat. Lastig, maar niet onmogelijk wanneer u uw rechten en de mogelijkheden hierin kent.