Een iets andere type bericht dan normaal op deze website. Maar ik vond het nodig hierover mijn mening te geven:

Op 9 oktober 2024 publiceerde de NOS, naar aanleiding van een onderzoek door het FD, een artikel onder de titelRechters coulant voor mestfraudeurs door wispelturig overheidsbeleid‘. RTL-nieuws kopte in eenzelfde soort artikelRechters matsen mestfraudeurs‘.  De NOS stelt in haar artikel  ‘In de zes recente zaken tegen boeren die te veel mest uitreden, gaat het om fosfaatrechten..‘  RTL houdt het op: ‘De zes boeren hadden te veel mest uitgereden en zich daarmee volgens de rechters schuldig gemaakt aan een strafbaar feit‘ . Wanneer je de onderliggende zaken erbij pakt blijkt dat het gaat om bedrijven die meer fosfaat hebben geproduceerd dan het fosfaatrecht op het bedrijf. Hiermee was sprake van een overtreding van artikel 21b, eerste lid van de Meststoffenwet. Niet zozeer teveel mest uitgereden, maar meer fosfaat (noem het mest) geproduceerd dan het fosfaatrecht toestond. De NOS maakt het onderscheid nog enigszins, RTL-nieuws niet.

Wat speelde er in deze zaken?  Als voorbeeld neem ik de uitspraak van de Rechtbank Overijssel in zaaknummer ECLI:NL:RBOVE:2024:4912. Kort samengevat: Aan betrokkene waren in eerste instantie 8.412 kg fosfaatrechten toegekend. Daartegen is bezwaar gemaakt. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Daarop is beroep is aangetekend tegen de beslissing op bezwaar.  Op 22 oktober 2018 heeft de RVO haar beslissing op het bezwaar ingetrokkenen een nieuwe beslissing op bezwaar genomen waarin het aantal fosfaatrechten werd vastgesteld op 10.124 kg. Verdachte heeft daarop haar beroep ingetrokken.

Op 29 mei 2019 heeft de RVO echter de beslissing van 22 oktober 2018 wederom herzien en het aantal  fosfaatrechten  vastgesteld op 8.883 kg. Op 21 juli 2020 volgde een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarin het door verdachte ingestelde beroep tegen deze wederom herziene beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. Daarmee stonden de aan het bedrijf  toegekende 8.883 kg fosfaatrechten vast. Omdat verdachte vanaf juni 2019 ook fosfaatrechten heeft verkocht, resteerden hem in 2020 uiteindelijk 6.284,6 kg aan benutbare fosfaatrechten. Verdachte heeft met zijn melkveebedrijf in 2020 10.290,09 kg fosfaat geproduceerd. Dit is een overschrijding van 4.005,49 kg ten opzichte van het voor het bedrijf benutbare fosfaatrecht in 2020.

Verdachte heeft ter zitting toegelicht dat zijn bedrijf financieel in zwaar weer verkeerde en nog steeds verkeert. In 2014 heeft het bedrijf geïnvesteerd in de nieuwbouw van een stal en in melkrobots. Deze investeringen zijn door de bank gefinancierd. Naar aanleiding van de beslissing van 22 oktober 2018 (waarin het bedrijf 10.124 kg aan fosfaatrechten kreeg toegekend) zijn aanvullende investeringsbeslissingen genomen en financiële verplichtingen aangegaan. Medio 2019 besloot de bank de financiering echter af te bouwen, nadat de fosfaatrechten weer naar beneden waren bijgesteld door RVO. Verdachte was daardoor genoodzaakt om nieuwe investeerders te zoeken. Om in de tussentijd aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen, kon verdachte, zo verklaarde hij, niet anders dan fosfaatrechten verhandelen. Het afschalen van melkvee of verkoop van materieel zou zijn bedrijfsvoering in gevaar hebben gebracht, aldus verdachte. Eind 2020 werden nieuwe investeerders gevonden en zijn weer  extra fosfaatrechten verworven. Op dat moment kon hij echter onvoldoende in 2020 benutbare fosfaatrechten verkrijgen, waardoor hij in dat jaar meer fosfaat heeft geproduceerd dan waarvoor hij op dat moment rechten had.

De rechtbank stelt in haar uitspraak dat gezien de onduidelijkheid vanuit RVO wel sprake is van een overtreding, maar daarvoor – gezien alle in het geding zijnde omstandigheden – geen boete of een ontnemingsvordering dient te worden opgelegd.

De titel van de artikelen heeft iets in zich van: ‘regels worden aan de laars gelapt, maar ze komen er toch mee weg‘ en draagt bij aan een onjuiste en onterechte beeldvorming. De uitspraken zijn veel genuanceerder. Daarnaast ging het om teveel geproduceerde fosfaat, nergens is gesteld dat er teveel mest zou zijn uitgereden. Bovendien zou  ook kunnen worden verwezen naar andere uitspraken, zoals een uitspraak van dezelfde rechtbank met het nummer ECLI:NL:RBOVE:2024:5109, waarin aan betrokkene voor eenzelfde type overtreding een ontnemingsvordering van € 1.669.428,88 wordt opgelegd, naast een voorwaardelijke geldboete van € 75.000,-.

In het geval van ons eerste voorbeeld is mijns inziens sprake van een genuanceerde uitspraak waarin rekening wordt gehouden met het geheel van de omstandigheden bezien in hun onderlinge verband. Dat is iets anders dan ‘matsen’.