Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak in een beroepszaak waarin de staatssecretaris aan appellant een boete had opgelegd wegens het overschrijden van de gebruiksnormen. Gedurende de procedure heeft de staatssecretaris de voorraden dierlijke meststoffen herzien aan de hand van gegevens over fosfaat en stikstof van het bedrijf van appellant in de afgevoerde mest. Op basis van deze herziening komt de staatssecretaris tot de conclusie dat geen sprake is van overschrijding van de gebruiksnormen en daarmee de grondslag voor de opgelegde boete komt te vervallen. Het CBb verklaart daarmee het beroep van appellant gegrond en veroordeelt de staatssecretaris in de door appellant gemaakte proceskosten in beroep en hoger beroep.
Appellant dient echter ook een verzoek in om schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn in de bestuurlijke en de rechterlijke fase. In zaken als deze wordt als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat de redelijke termijn is overschreden als niet binnen twee jaar nadat het voornemen tot het opleggen van een boete aan appellant kenbaar is gemaakt, door de rechtbank uitspraak wordt gedaan. Voor de behandeling in hoger beroep wordt daarnaast in beginsel een termijn van twee jaar gehanteerd. Een en ander met dien verstande dat vertraging bij één van de behandelingen kan worden gecompenseerd door voortvarendheid bij de andere.
In dit geval dateerde het voornemen tot het opleggen van een boete van 24 juni 2008. Dit betekent dat de termijn van vier jaar met in het totaal twee jaar en tien maanden is overschreden. Deze overschrijding rechtvaardigt, volgens het CBb, een compensatie voor immateriële schade. Meestal vindt die plaats in de vorm van matiging van de opgelegde boete. Nu de opgelegde boete is komen te vervallen, oordeelt het CBb dat de compensatie dient te geschieden in de vorm van een schadevergoeding. De hoogte van de schadevergoeding bedraagt € 500,- per half jaar dat de termijn is overschreden, naar boven afgerond. In dit geval betekent dit een schadevergoeding van € 3000,-.
Lees hier de volledige uitspraak