In een brief aan de Tweede Kamer gaf Staatssecretaris Dijksma een overzicht van haar beleid om fraude bij transport van mest uit te bannen. Ze omschrijft haar aanpak als fors maar noodzakelijk. Een overzicht van de door haar genoemde maatregelen:

 

Zwaardere toets bij toetreding

Sinds 1 januari 2014 is het toetsingskader uit de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet bibob), opgenomen in de Meststoffenwet. Hiermee kan de registratie van intermediairs worden ingetrokken. Vanaf nu zal dit toetsingskader ook worden toegepast voorafgaand aan elke nieuwe registratie van een intermediaire onderneming. Het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet maakt dit op dit moment al mogelijk. Het toepassen van het toetsingskader van de Wet bibob op deze wijze voorkomt dat intermediairs, waarvan de registratie eerder is ingetrokken, zich eenvoudig opnieuw kunnen laten registreren.

GPSkoffer
Het gebruik van losse GPS koffers werd al eerder aangemerkt als te fraudegevoelig.

Verantwoording van aan- en afvoer

Momenteel houden zowel primaire als intermediaire ondernemers een verantwoording bij van aan- en afgevoerde hoeveelheden fosfaat. Verantwoording op stikstof is alleen verplicht voor primaire ondernemers. Intermediaire bedrijven kennen deze verplichting niet vanwege de stikstofverliezen die optreden bij opslag, be- en verwerking van mest. Onvermijdelijke vervluchtiging tijdens opslag in combinatie met variabele verliezen in mestbewerking geven een grote onzekerheidsmarge in de handhaving. Dit maakt dat een verplichte verantwoording op stikstof voor intermediairen onvoldoende aangrijpingspunten geeft in de handhaving.

Wel  vindt nog onderzoek plaats naar hoe het drogestof gehalte in mestmonsters benut kan worden in de handhaving en hoe dit zich verhoudt tot extra administratieve lastendruk.

 

Mestopslagen 

Ten behoeve van een effectievere handhaving op bedrijfsniveau wordt de registratie van mestopslagen verbeterd per 1 januari 2016. Van de opslagen worden de GPS-coördinaten vastgelegd, waardoor een koppeling mogelijk is met de laad- en losberichten die RVO.nl van de transportmiddelen ontvangt. Verder krijgt elke opslag een uniek nummer, waardoor de historie van de opslag, ook als deze een andere eigenaar krijgt, te volgen is. Bij een melding van overdracht van het gebruik van de opslag wordt niet alleen het nummer, maar ook de hoeveelheid mest, inclusief de tonnen stikstof en fosfaat in betreffende opslag, geregistreerd op naam van de nieuwe gebruiker.

 

Extreme waarden

Bij het vervoer van mest worden via bemonstering en analyse de mineralenconcentraties van de vracht bepaald. Met enige regelmaat ontvangt RVO.nl extreem hoge of lage concentraties. Extreme waarden zijn een signaal voor de handhaver. De controle aandacht richt zich op de verantwoordingsplicht van diverse actoren in de keten, op de intermediair die het monster heeft genomen, de mestleverancier, de ontvanger van de mest of een combinatie daarvan. Intermediaire ondernemers die mest met extreme waarden vervoeren kunnen aanvullend, verplicht worden alle afvoer uiterlijk 24 uur voorafgaand aan het laden te melden, voor een periode van maximaal één jaar – met mogelijkheid tot verlenging. De NVWA kan vervolgens toezicht houden op het laden en lossen van het transport, de monsters onder zich nemen en eventueel een contra-monster nemen.

 

Onafhankelijke monsterneming vaste mest

In eerdere brieven  de Staatsecretaris al uitgebreid inhoudelijk ingegaan op de nieuw te ontwikkelen systematiek van bemonstering van vaste mest. Kern is dat het feitelijk nemen van het monster in de nieuwe situatie niet meer door de vervoerder, maar door een geaccrediteerde en erkende, onafhankelijke organisatie wordt uitgevoerd.

Het objectiveren van mestmonsters vaste mest is mogelijk de belangrijkste in de totale fraudeaanpak. Dit vraagt om een goede balans. De wens tot snelle invoering is groot, maar tegelijkertijd willen we verzekerd zijn van een stevig fundament voor de toekomst en voldoende invoeringstijd. De regelgeving wordt de eerste helft van 2016 gepubliceerd. Op dat moment zal gekozen worden wanneer de regeling onverkort van kracht wordt.

 

Risicoanalyse uitzonderingen transportregelgeving

De hoofdregels voor mesttransport is dat een mesttransport vergezeld gaat van een Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM), dat de mest wordt gewogen, bemonsterd en geanalyseerd en dat het transportmiddel is uitgerust met AGR/GPS-apparatuur. Daarnaast wordt de mest vervoerd door een geregistreerd vervoerder. Op deze regel zijn in de loop der tijd een aantal uitzonderingen ontstaan (denk aan mestafzet naar particulieren). Op basis van VDM-analyses van RVO.nl blijkt bijna 25% van alle mesttransporten gebruik te maken van één of meerdere uitzonderingen op de hoofdregels. Dit zet de handhaafbaarheid en de naleving onder druk.

De hoofdregels voor mesttransport zijn duidelijk en noodzakelijk. Voor de uitzonderingen op de deze regel zal een risico-analyse met betrekking tot de kans op en/of de impact van niet-naleving worden uitgevoerd.  Op basis van de uitkomsten van deze risicoanalyse komt de staatsecretaris in 2016 met een voorstel om het aantal uitzonderingen daar waar nodig in te perken.

De uitzondering van AGR/GPS op export van vaste bewerkte mest wordt door mijn handhavers als prominente risicofactor genoemd. Het gaat hier om ruim 7000 transporten van enkele 10-tallen bedrijven. Deze transporten komen pas in beeld van de handhavende instanties nadat de VDM’s zijn aangeleverd (maximaal 30 dagen na transport). Dit maakt controle in Nederland of in onze buurlanden vrijwel onmogelijk. Daarom zal ik deze uitzondering zo spoedig mogelijk en vooruitlopend op mijn risicoanalyse, schrappen.