De gevolgen van de uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) van 18 december 2018 (ELCI:NL:CBB:2018:652 t/m 654) worden steeds meer duidelijk. In zijn algemeenheid heeft het College in deze uitspraken geoordeeld dat ten onrechte geen inzicht was gegeven in de nauwkeurigheidsmarges die worden toegepast bij het vaststellen of en in welke omvang een overtreding van de gebruiksnormen of de verantwoordingsplicht in het kader van de Msw en in bezwaar, beroep en hoger beroep een betoog van appellante voorlag waarmee deze de juistheid van de aan de boete ten grondslag gelegde vaststelling van de hoeveelheid fosfaat en stikstof in de geproduceerde of afgevoerde mest heeft… Lees meer
Lees verderExtra regels voor het wegen van dierlijke mest
Per 1 oktober 2019 zijn een aantal aanvullende regels voor het wegen van dierlijke mest van kracht geworden. Eerder dit jaar, op 1 april 2019, zijn al een aantal extra regels voor het wegen van dierlijke mest ingegaan. Die regels hebben vooral betrekking op de weeginstallatie en het moment van wegen: De weeginstallatie moet voldoen aan de eisen van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers aan niet-automatische weegwerktuigen. Het gewicht dient direct te worden bepaald of op zo’n manier dat het gewicht van het transportmiddel of container niet meegeteld wordt. Bij gebruik van een weegbrug dient het nettogewicht van de vracht mest te worden bepaald door het gewicht van het transportmiddel… Lees meer
Lees verderOnderzaai bij mais mislukt, wat nu?
Al eerder besteden we op deze website aandacht aan de gewijzigde verplichting tot de teelt van een vanggewas na maïs op zand- en lossgrond. In het kort: aan de verplichting tot de teelt van een nagewas kan op 3 manieren invulling worden gegeven: Door onderzaai van een vanggewas; Door direct na de oogst van de maïs – maar voor 1 oktober – een vanggewas in te zaaien; Door direct na de oogst van de maïs – maar voor 31 oktober – een wintergraan te telen, waarbij het wintergraan als hoofdteelt gebruikt dient te worden in het volgende kalenderjaar. Veel maistelers hebben vanwege de ‘deadline’ van 1 oktober gekozen voor onderzaai… Lees meer
Lees verderOver het verbod van reformatio in peius
Het verbod van reformatio in peius is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Kortweg houdt het verbod in dat het instellen van bezwaar er niet toe mag leiden dat het bestuursorgaan de procedure gebruikt om een verslechtering van de positie van appellant te bereiken die zonder deze procedure niet mogelijk zou zijn. Het betekent dus bijvoorbeeld dat wie bezwaar maakt tegen een bestuurlijke boete niet naar aanleiding van hetgeen blijkt uit deze procedure een hogere boete krijgt opgelegd. Op het verbod is echter ook een uitzondering: wanneer een bestuursorgaan dat over het bezwaar oordeelt tevens bevoegd is tot het wijziging of intrekken van een beschikking is het verbod niet van… Lees meer
Lees verderAanvullende voorwaarden bij nieuwe handreiking Bedrijfsspecifieke Excretie
Op 12 juli 2019 is de nieuwe Handreiking Bedrijfsspecifieke Excretie gepubliceerd (hierna: Handreiking). Deze handreiking is de richtlijn voor melkveebedrijven die de BEX systematiek toepassen om daarmee aan te tonen dat de uitscheiding van stikstof en fosfaat lager is dan de forfaitaire normen. Voor bedrijven die over 2019 met de BEX-systematiek willen rekenen is het verplicht om de onlangs verschenen versie van de Handreiking tot te passen.. De nieuwe Handreiking bevat, zoals altijd bij een nieuwe versie, een aantal inhoudelijke wijzigingen of verbeteringen ten opzichte van de vorige versie. Opvallend bij deze versie is echter dat ook in de voorwaarden voor toepassing van de Handreiking een aantal aanvullende voorwaarden zijn… Lees meer
Lees verderNaast boete ook een randvoorwaardenkorting
Wie een overtreding van de Meststoffenwet (hierna: Msw) begaat of niet voldoet aan de voorwaarden van het Besluit Gebruik Meststoffen (hierna: BGM) kan naast met een boete ook worden geconfronteerd met een randvoorwaardenkorting op de rechtstreekse betalingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (hierna: GLB). Op grond van de artikelen 91, 92 en 93 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (Verordening 1306/2013) dient een landbouwer die rechtstreekse betalingen ontvangt, de in bijlage II genoemde, uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in acht te nemen. Deze beheerseisen zijn door Nederland onder meer… Lees meer
Lees verderVanggewas na mais: de regels op een rij
Sinds dit jaar zijn de regels rond het inzaaien van een vanggewas na maïs op zand en lössgrond enigszins aangepast. Verandering betekent altijd enige onduidelijkheid. Vandaar, hieronder een samenvatting van de regels en de voorwaarden met betrekking tot het inzaaien van een vanggewas. Waarom een vanggewas na maïs? De wetgever stelt dat dat maïsteelt op zand- en lössgrond een groot risico voor uitspoeling van stikstof heeft. Mais stopt na juli met opnemen van stikstof, maar na die tijd komt er nog veel stikstof vrij. Deze stikstof blijft in de bodem achter die uit kan spoelen gedurende de winter. Om deze uitspoeling te voorkomen is de verplichting om direct na de… Lees meer
Lees verderGehalten in koek na mestscheiding
Monsters van vaste mest bestaande uit koek na scheiding van rundveemest (mestcode 13) en varkensmest (mestcode 43) mogen sinds 1 oktober 2017 alleen worden genomen door onafhankelijke monsternemers van een geaccrediteerde en erkende organisatie. Deze maatregel is destijds geïntroduceerd om manipulatie van gehalten bij de monstername uit te sluiten en de uniformiteit van de monstername (en daarmee van de analyse uitslagen) te verbeteren. Het ging er daarbij vooral om onverklaarbare (extreem) hoge gehalten uit te sluiten en discussies omtrent de rechtmatigheid daarvan te voorkomen. Dat sommige gehalten als (te) hoog konden worden aangemerkt was duidelijk. Minder duidelijk is welke gehalten nu als ’te’ hoog dienen te worden aangemerkt. In december… Lees meer
Lees verderHoe verder met mestboetes van voor 18 december 2018?
Zoals al eerder op deze site gemeld heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) 18 december 2018 een drietal uitspraken gedaan die verregaande gevolgen (kunnen) hebben voor lopende procedures waarbij mestboetes zijn aangekondigd of al zijn opgelegd. Een kort overzicht over achtergrond en de gevolgen van deze uitspraken: Handhavingsmarges Wanneer een bestuurlijke boete wordt opgelegd of het voornemen daartoe wordt aangekondigd bevat deze een berekening waaruit blijkt hoe men tot het boetebedrag is gekomen. In deze berekening worden bepaalde posten bijgesteld in het voordeel van betrokkene. Deze bijstellingen worden tolerantie-, zekerheids- of handhavingsmarges genoemd. Kort door de bocht kunnen ze worden vergeleken met de correctie… Lees meer
Lees verderEen big van ‘circa 25 kilogram’
In Bijlage D, tabel III van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet en Tabel 4 (“Diergebonden normen”) van de tabellenbrochure Mestbeleid, worden de verschillende diersoorten en –categorieën die onder de Meststoffenwet vallen gedefinieerd en omschreven. Zo zijn voor de diersoort varkens onder andere de diercategorieën fokzeugen, biggen en vleesvarkens gedefinieerd. Dit met de volgende omschrijvingen: Fokzeugen inclusief biggen tot een gewicht van 25 kg (categorie 401): “tenminste éénmaal gedekte of geïnsemineerde zeugen of guste zeugen, gedekte maar nog niet drachtige zeugen, drachtige zeugen, zeugen met biggen, waarvan de biggen worden gehouden tot een gewicht van ca. 25 kg.” Biggen (categorie 407): “gespeende biggen die op ca. 6 weken zijn aangeleverd en worden afgeleverd… Lees meer
Lees verder