Bedrijven met melkvee en/of bijgehorend jongvee kunnen sinds kort een voorlopige berekening van de melkveefosfaatreferentie inzien bij RVO. Nu blijkt dat een deel van het jongvee ouder dan 2 jaar ten onrechte als melkkoe is meegenomen. RVO geeft aan dat de berekeningen worden aangepast en dat de betreffende bedrijven, waarschijnlijk via mijn.rvo.nl, worden ingelicht. Controle melkveereferentie RVO heeft onlangs brieven gestuurd naar bedrijven die in 2013 melkkoeien en/of jongvee hebben gehad. In deze brief wordt erop gewezen dat de voorlopige berekeningen van de melkveefosfaatreferentie kunnen worden nagekeken. Eventuele afwijkingen kunnen worden gemeld. Berekening melkveefosfaatreferentie De berekening vindt plaats aan de hand van het aantal dieren in 2013 en uw P-plaatsingsruimte… Lees meer
Lees verderMestafvoer naar particulieren
Soms gaat het mis op de kleine dingen. Mestafvoer naar particulieren of particuliere organisaties is daar een bekend voorbeeld van: het kan, het mag, maar is ook aan regels gebonden. Vindt de afvoer niet plaats volgens die regels, dan kunnen de consequenties aanzienlijk zijn. In dit bericht worden de regels met betrekking tot de afvoer van mest naar particulieren samengevat. Wat is een particulier? In de eerste plaats moet worden nagegaan of een particulier ook een particulier is. Een particulier, in het kader van de Meststoffenwet, is iemand zonder landbouwbedrijf en zonder relatienummer bij RVO. Wie wel beschikt over een relatienummer wordt door RVO gezien als een landbouwbedrijf. Op dat… Lees meer
Lees verderLet op: Kennisgeving melkveefosfaatreferentie is onderweg!
Bedrijven met melkvee mogen vanaf 2015 alleen nog groeien als er voldoende grond bij het bedrijf in gebruik is om de extra mest aan te wenden. Of als het bedrijf de extra geproduceerde mest volledig laat verwerken. Een combinatie van grond en mestverwerking om de extra mest te verantwoorden is ook mogelijk. Het kenmerk dat wordt gebruikt om te bepalen of een bedrijf is gegroeid wordt de melkveefosfaatreferentie genoemd. Dit cijfer is dus van groot belang voor de toekomst van een bedrijf. Binnenkort stuurt RVO aan elk melkveebedrijf een kennisgeving van de voor het bedrijf berekende melkveefosfaatreferentie. De melkveefosfaatreferentie is de maat voor het door melkvee geproduceerde fosfaatoverschot in 2013… Lees meer
Lees verderWelke grond telt mee?
De meststoffenwet kent een verantwoordingsplicht voor de geproduceerde en aangevoerde meststoffen. Een deel van die verantwoordingsplicht kan worden ingevuld met de gebruiksnormen die kunnen worden ontleend aan de in Nederland gelegen oppervlakte landbouwgrond die in het kader van een normale bedrijfsvoering bij het bedrijf in gebruik is (artikel 1 lid 1 onder m Msw). Meestal is het duidelijk welke grond dit betreft, maar soms ook niet. En soms denkt een medewerker van de NVWA anders over het antwoord op deze vraag dan u. Dan kan worden besloten deze niet mee te tellen. De gevolgen van het (achteraf) niet mee mogen tellen van deze grond kunnen enorm zijn. Het is dus… Lees meer
Lees verdertwee ruilen, één huilen
Twee ruilen, één huilen, zo luidt een oud Nederlands gezegde. De betekenis ervan is dat bij ruilen één van de betrokken partijen uiteindelijk aan het kortste eind trekt. Zo zou het ook wel eens kunnen gaan met het zogenaamde ‘uitruilen van mest’ in het kader van de mestverwerkingsplicht. Ik zal kort proberen uit te leggen wat ik hier mee bedoel. In 2014 werd het voor ieder veehouderijbedrijf met een fosfaatoverschot (een hogere hoeveelheid fosfaat in de geproduceerde mest dan kan worden geplaatst op de eigen grond) verplicht een deel van dit overschot te verwerken. Doel van de wetgever was om een deel van deze overschotmest uit de markt te nemen… Lees meer
Lees verderAnti-fraudemaatregelen mestafvoer
Het bestrijden van fraude bij de afvoer van mest is een speerpunt in het beleid van Staatsecretaris Dijksma. Daarbij richt het beleid zich specifiek op de afvoer van vaste mest. De afvoer van vaste mest is immers gekoppeld aan de verplichting tot mestverwerking. Daarnaast doet de meeste fraude zich ook voor bij de afvoer van vaste mest. Dit heeft een tweetal redenen: de gehaltes van vaste mest zijn hoger en daarmee is het effect groter en de bemonstering is minder stringent gereguleerd dan bij dunne mest, wat de mogelijkheden voor fraude vergroot. Al eerder, (Kamerstukken 33037 nr. 85) informeerde de Staatsecretaris de Tweede Kamer over de aanpak die zij voorstaat bij de… Lees meer
Lees verderSchuldig totdat het tegendeel bewezen is
Bij het opleggen van een bestuurlijke boete in verband met het niet naleven van de verantwoordingsplicht voor fosfaat en stikstof die geldt binnen de Meststoffenwet (oftewel het overschrijden van de gebruiksnormen) is sprake van het opleggen van een zogenaamde punitieve sanctie (doel van de sanctie is straffen). Bij het opleggen een dergelijke sanctie ligt het in beginsel op de weg van het bevoegde gezag om, op basis van concrete feiten en omstandigheden, aan te tonen dat – en in welke mate – een vermeende overtreder de gebruiksnormen heeft overschreden. Deze zogenaamde onschuld presumptie vind je ook terug bij andere punitieve sancties. Denk bijvoorbeeld aan een snelheidsovertreding: Het bevoegde gezag toont… Lees meer
Lees verderHet stikstofgat: gerichte correctie of willekeurig plakwerk ?
Een veel voorkomend probleem bij de uitwerking van de gebruiksnormenberekening op veehouderijbedrijven die veel mest afvoeren is de situatie waarin geen overschrijding plaatsvindt van de fosfaatgebruiksnorm, maar wel van de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest. Dit terwijl er (meer) dan voldoende mest wordt afgevoerd. Een probleem dat (waarschijnlijk en vooral) wordt veroorzaakt doordat de vaste norm voor de vervluchtiging van stikstof te laag is vastgesteld ten opzichte van de verliezen die plaatsvinden op het bedrijf in kwestie. Hoewel al jaren wordt gesproken over aanpassing of het meer flexibel maken van deze norm is dit tot op heden nog niet gebeurd. Wel wordt het probleem onderkend en er wordt zelfs voor gecorrigeerd.… Lees meer
Lees verder