De Meststoffenwet (hierna: Msw) is van toepassing voor bedrijven. Maar wanneer sprake is van een bedrijf? Soms is dat in geschil, zoals in onderstaande zaak waarin de Rechtbank Limburg onlangs uitspraak deed. Eiser en zijn echtgenote bezitten een kasteel met onder andere 2,5 hectare grasland en 2 hectare fruitboomgaard. Op het grasland en tussen de fruitbomen grazen twee pony’s. Het gras wordt gemaaid om de grond rondom het kasteel te onderhouden. Het gemaaide gras, wordt aan de pony’s gevoerd. De pony’s worden hobbymatig gehouden. Het fruit dat de fruitboomgaard oplevert wordt niet verhandeld. Verweerder heeft geconstateerd dat eiser drie vrachten varkensdrijfmest heeft aangevoerd met daarin 771 kilogram stikstof en 432… Lees meer
Lees verderOpgeven van de voorraad dierlijke mest in de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven
Een groot aantal bedrijven heeft onlangs weer het verzoek gekregen om voor 1 februari 2018 de zogenaamde aanvullende gegevens landbouwbedrijven 2017 (hierna: AGL2017) door te geven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Een onderdeel van deze opgave is de voorraad dierlijke mest per 31 december 2017. Het belang van deze opgave mag niet worden onderschat. RVO stelt grote waarde te hechten aan de opgave van een ondernemer en daar zonder zeer concrete motivatie ook niet meer van af te wijken. De basis voor de voorraadbepaling wordt gevonden in artikel 68, lid 3 van het uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna Urm) waarin wordt gesteld: ’De op een bedrijf waar dierlijke meststoffen… Lees meer
Lees verderDe adviseur als medepleger
Adviseurs zijn over het algemeen zeer betrokken bij de bedrijfsvoering van hun cliënten. Echter net zoals voor hun klanten geldt ook voor de adviseur daarbij het wettelijke kader. Wordt dat (bewust) overtreden dan kan dit worden gezien als medeplegen en dat kan (strafrechtelijke) gevolgen hebben voor zowel de adviseur als zijn of haar werkgever. Een voorbeeld daarvan is onderstaande zaak waarin het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) onlangs uitspraak deed. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten was de situatie als volgt: een adviseur was in dienst van een advieskantoor. Een akkerbouwer had een bedrijf, waarvan het grootste deel van de percelen van het bedrijf was gelegen in Duitsland. Het advieskantoor verzorgde voor de akkerbouwer de mestboekhouding en de Gecombineerde Opgave. De laatste betrokkene is een… Lees meer
Lees verderAfwijzing vrijstellingsregeling AMvB grondgebondenheid is geen besluit
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak die handelde over de vrijstellingsregeling in het kader de AMvB grondgebondenheid. De AMvB grondgebondenheid trad op 1 januari 2016 in werking en heeft als doel grondloze uitbreiding op melkveebedrijven te voorkomen. Ten behoeve van deze AMvB is een artikel aan het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna: Ubm) toegevoegd: artikel 70a Ubm. Onderdeel van dit artikel is een voorziening dat bedrijven die aan konden tonen dat ze voor 30 maart 2015 financiële verplichtingen waren aangegaan om het gehele melkveefosfaatoverschot te (laten) verwerken in aanmerking komen voor een (tijdelijke) vrijstelling van deze AMvB grondgebondenheid. Deze vrijstelling wordt geregeld in het derde lid van… Lees meer
Lees verderNVWA: controle op vanggewassen via satellietdata
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) maakt bekend dat men dit jaar voor het eerst gebruik zal maken van satellietdata bij de controles op de teelt van een vanggewas. Het gebruik van satellietdata is al bekend uit de zogenaamde teledetectiecontroles die RVO uitvoert naar de gegevens omtrent de landbouwkundig beteelde oppervlakte van de bij de Gecombineerde Opgave opgegeven percelen. Met behulp van de satellietdata kunnen de toezichthouders van de NVWA zien of op de percelen waarop dit verplicht is of waarvoor dit is opgegeven bij de Gecombineerde Opgave ook daadwerkelijk een vanggewas wordt geteeld. De NVWA geeft aan dat deze nieuwe werkwijze er voor zal zorgen dat men meer percelen, gerichter kan controleren. Bij percelen op zand- en lössgrond waarop maïs is geteeld is het verplicht om… Lees meer
Lees verderOnafhankelijk monsternemer bij afvoer dikke fractie
Op 17 december 2016 is een wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet vastgesteld en gepubliceerd (Stcrt. 2016, 69127). Deze wijziging heeft betrekking op de introductie van een extra voorwaarde bij de afvoer van vaste mest (dikke fractie) na mestscheiding. Deze voorwaarde is dat deze moet worden bemonsterd door een onafhankelijke monsternemer. De staatsecretaris heeft nu aangegeven dat de wijziging van kracht wordt met ingang van 1 oktober 2017. Achtergrond Vaste mest (dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn), wordt in de huidige situatie handmatig bemonsterd door de vervoerder. Hoewel is voorschreven dat de vervoerder een representatief monster moet nemen, worden met enige regelmaat hoge gehalten geregistreerd. Om te voorkomen dat dergelijke ‘uitbijters’ kunnen worden toegeschreven aan de veehouder die de mest afvoert, wordt de… Lees meer
Lees verderOver mestboetes, medeplegen, feitelijk leidinggeven en het beginsel van ne bis in idem
Wanneer een mestboete wordt opgelegd aan een Besloten Vennootschap (hierna: BV) wordt regelmatig ook aan de bestuurders van die BV een boete wordt opgelegd vanwege feitelijk leiding geven aan of het medeplegen van de overtreding. Soms gebeurt dit ook voor zowel het feitelijk leidinggeven als het medeplegen. Niet in alle gevallen is dat terecht, zoals blijkt uit onderstaande uitspraak van de Rechtbank Oost Brabant. Eiser heeft een bedrijf [bedrijf 2] dat dierlijke meststoffen van leverancier naar afnemer brengt. [bedrijf 1] en [bedrijf 3] zijn de enige aandeelhouders en tevens bestuurders van [bedrijf 2]. [bedrijf 1] had als enig aandeelhouder en bestuurder de heer [persoon 1]. [bedrijf 3] had als enig aandeelhouder en bestuurder… Lees meer
Lees verderWaar vind ik meer informatie over het Fosfaatreductieplan 2017?
Op 1 maart 2017 gaat de regeling Fosfaatreductieplan 2017 van start. Voor de meeste bedrijven met vrouwelijke runderen toch iets om rekening mee te houden. De ministeriële regeling is vorige week gepubliceerd. Het is nu van belang om tijdig de juiste keuzes te maken. De informatie omtrent de regeling wordt verstrekt via ZuivelNL en RVO. Een kort overzicht van de verschillende kanalen: Fofaatreductieloket ZuivelNL heeft een Fosfaatreductieloket opgezet om melkveehouders zo goed mogelijk van informatie te voorzien. Dit loket is dé vraagbaak over de ministeriële regeling en is sinds dinsdag 21 februari gestart. Via dit reactieformulier kunt u vragen stellen. Maar wilt u liever met iemand van het Fosfaatreductieloket bellen, neem dan contact op… Lees meer
Lees verderHandreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee geactualiseerd
Met ingang van het nieuwe jaar is ook de Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee (BEX) geactualiseerd. Deze handreiking is een vooraf geaccordeerde methode om van de forfaitaire mestproductie voor melkvee af te wijken. Om dat te mogen doen, moet aan de voorwaarden van en aan de regels van de handreiking worden voldaan. Voor de berekening van de bedrijfsspecifieke excretie melkvee over het kalenderjaar 2016 blijft de Handreiking van 1 mei 2015 in principe het uitgangspunt. U mag echter ook de versie van 28 december 2016 gebruiken. Enerzijds omdat uitkomst van de nieuwe versie weinig verschil vertoont met het eindresultaat dat wordt bereikt met de handreiking die sinds 1 mei 2015 gold.… Lees meer
Lees verderExcretieforfaits in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet geactualiseerd
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken heeft door middel van een publicatie in de Staatscourant van 27 december 2016 de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet gewijzigd. De wijzigingen hebben betrekking op de actualisatie van diverse excretieforfaits en de aanpassing van de omschrijving van enkele diercategorieën. De in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet opgenomen excretieforfaits geven voor een gemiddeld bedrijf weer hoeveel meststoffen een dier produceert. De forfaits zijn gemiddelde waarden. Op basis van de forfaits wordt gecontroleerd of veehouders hebben voldaan aan de gebruiksnormen voor de landbouwgrond die bij het bedrijf in gebruik is, hebben voldaan aan de verwerkingsplicht en voldoende mestopslagcapaciteit hebben. Met ingang van 1 januari 2015 zijn alle rundveeforfaits geactualiseerd en per 1 januari… Lees meer
Lees verder