Adviseurs zijn over het algemeen zeer betrokken bij de bedrijfsvoering van hun cliënten. Echter net zoals voor hun klanten geldt ook voor de adviseur daarbij het wettelijke kader. Wordt dat (bewust) overtreden dan kan dit worden gezien als medeplegen en dat kan (strafrechtelijke) gevolgen hebben voor zowel de adviseur als zijn of haar werkgever. Een voorbeeld daarvan is onderstaande zaak waarin het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) onlangs uitspraak deed. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten was de situatie als volgt: een adviseur was in dienst van een advieskantoor. Een akkerbouwer had een bedrijf, waarvan het grootste deel van de percelen van het bedrijf was gelegen in Duitsland. Het advieskantoor verzorgde voor de akkerbouwer de mestboekhouding en de Gecombineerde Opgave. De laatste betrokkene is een… Lees meer
Lees verderanalysegegevens grond verplicht verstrekken?
Ben je verplicht analysegegevens van de grond te verstrekken als je ze wel hebt, maar er geen gebruik van hebt gemaakt en ze je ook niet beter uitkomen? Over deze vraag deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven onlangs uitspraak. Appellant exploiteert een melkveehouderijbedrijf. In de Gecombineerde Opgaven van 2013 en 2014 heeft hij vermeld dat fosfaatdifferentiatie voor zijn percelen niet van toepassing is. Hij heeft daarmee gebruik gemaakt met de fosfaatgebruiksnorm voor de fosfaatklasse ‘hoog’. De staatssecretaris heeft door middel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: verweerder) appellant een aankondiging melkveefosfaatreferentie (hierna: MVFR) gestuurd. Deze was opgebouwd uit de forfaitaire mestproductie van het in 2013 gehouden melkvee minus de fosfaatruimte in 2013. Bij primair… Lees meer
Lees verderNatuurterrein of landbouwgrond: beperkingen in gebruik geven de doorslag
Een regelmatig terugkerend discussiepunt is de vraag of een perceel moeten worden gezien als landbouwgrond of niet. Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) hierover een heldere uitspraak over het onderscheid tussen landbouwgrond en natuurterrein. Appellant voert een veehouderijbedrijf. Naar aanleiding van een onderzoek door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), is een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van de gebruiksnormen. De door appellant als grasland opgegeven percelen met een omvang van ongeveer 7 hectare, die op basis van een pachtovereenkomst met Staatsbosbeheer bij appellant in gebruik zijn, zijn bij de berekening van het gebruik van meststoffen niet als landbouwgrond meegerekend, omdat deze percelen volgens de staatssecretaris als… Lees meer
Lees verderAlleen eigen geproduceerde mest forfaitair naar natuurterrein
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarin door een veehouderijbedrijf geitenmest was aangevoerd waarvan de gehalten door analyse bekend waren. Deze gehalten waren lager dan de forfaitaire waarden die zijn vastgesteld voor geitenmest. De aangevoerde mest werd uitgereden op natuurterrein, waarvan de veehouder in kwestie het exclusieve gebruiksrecht had. Afvoer van mest naar natuurterrein is afvoer van mest voor het landbouwbedrijf. Voor de berekening van de afvoer maakte de veehouder gebruik van de uitzonderingsregel dat bij afvoer naar natuurterrein in gebruik de forfaitaire normen mogen worden toegepast. Hiervoor kreeg hij een boete opgelegd. De Staatssecretaris stelde dat de uitzondering van het mogen gebruiken van de forfaitaire normen niet van… Lees meer
Lees verderWat ? Hoe hoog is die boete ?
Wie een (mest)boete krijgt opgelegd voor het niet voldoen aan de gebruiksnormen of de verantwoordingsplicht schrikt zich vaak het spreekwoordelijke hoedje over de hoogte van het bedrag waarmee men wordt geconfronteerd. Een boete van meerdere tienduizenden euro’s lijkt eerder regel dan uitzondering. De eerste reactie is vaak dat het boetebedrag buiten elke proportie en niet reëel is. Wanneer dit argument op deze wijze wordt geformuleerd in een zienswijze is het nooit en direct een aanleiding voor matiging van een boete. Maar wat dan wel ? Een bestuurlijke boete heeft enerzijds het doel om af te schrikken (het zogenaamd ontmoedigen van non-conform gedrag). Anderzijds is het doel om een overtreder het onterecht genoten financieel voordeel te ontnemen. In de… Lees meer
Lees verderMatiging mestboete bij overschrijden redelijke termijn
Procedures rond een opgelegde mestboete kunnen lang duren, soms zelfs jarenlang. Maar wanneer is nu nog sprake van een redelijke termijn en wanneer duurt het echt te lang? Dat bepaalt de rechtbank. Volgens vaste jurisprudentie onderzoekt de bestuursrechter ambtshalve of in een zaak de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is verstreken na afloop van de termijn van zes weken voor het doen van uitspraak (vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 10 februari 2010, ECLI:RVS:2010:BL3354 en het arrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252, r.o. 3.13.2). In zaken waarin een bestuurlijke boete wordt… Lees meer
Lees verderIs genoten financieel voordeel een argument voor matiging van een mestboete?
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarin partijen geen geschil hadden over het feit of er wel of geen overtreding van de Meststoffenwet (hierna: Msw) had plaatsgevonden, maar wel over de hoogte van de boete die daarvoor werd opgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen met 4.767 kilogram stikstof is overschreden en de fosfaatgebruiksnorm met 3.225 kilogram. Wel in geschil is de stelling van appellante dat de hiervoor opgelegde boete van € 51.106,50 geenszins in verhouding staat tot het financieel genoten voordeel en daarmee zou moeten worden gematigd. Appellante heeft hiertoe in hoger beroep aangevoerd dat zij niet behoort tot… Lees meer
Lees verderBewijslast naleving gebruiksnormen ligt altijd bij agrarisch bedrijf
Onlangs deed het College van beroep voor het bedrijfsleven (het College) uitspraak in een zaak die nogmaals aangeeft dat binnen de Meststoffenwet (Msw) de bewijslast met betrekking tot de naleving van de gebruiksnormen altijd ligt bij degene die dierlijke mest op het bedrijf produceert (verantwoordingsplicht) of aanvoert. Een goede administratie met de juiste onderliggende stukken (op papier) is daarvoor essentieel en kan een heleboel ellende voorkomen. In deze casus exploiteren appelanten een agrarisch bedrijf. Het bedrijf is gecontroleerd in het kader van een landelijk onderzoek naar levering van mest waarbij sprake was van een fictieve afnemer bekend onder “[naam 4]”. De bevindingen van het onderzoek met betrekking tot het bedrijf van appelanten zijn vastgelegd in… Lees meer
Lees verderLandbouwgrond: agrarische bestemming niet relevant, feitelijk gebruiksdoel wel!
Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak in onderstaande zaak: Aan een melkveehouderij gelegen in de provincie Zuid Holland (hierna: appelante) werd een bestuurlijke boete opgelegd van € 12.001,- wegens overtreding van artikel 7 van de Meststoffenwet (Msw). De staatssecretaris (hierna: verweerder) heeft geconcludeerd dat appellante niet onder de gebruiksnormen is gebleven. Appellante had bij de Gecombineerde Opgave een perceel gelegen in de provincie Groningen opgegeven dat door verweerder bij de berekening van het gebruik van meststoffen niet als gebruiksruimte is meegerekend. Volgens de staatssecretaris betrof het geen landbouwgrond en was het bovendien niet feitelijk in gebruik bij het bedrijf van appellante. Het bezwaar van appellante is ongegrond verklaard. Het beroep tegen… Lees meer
Lees verderGeen ambtshalve matiging mestboete bij overschrijding beslistermijn
Onlangs deed de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak in een zaak waarin onder andere de doorlooptijd van een procedure in relatie tot matiging van de boete aan de orde kwam. Eiser heeft een veehouderij met enkele percelen grond. Eind 2012 is door een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, een controle op het bedrijf verricht. Naar aanleiding van die controle is door de toezichthouder een onderzoek gestart naar de naleving van de gebruiksnormen op het veehouderijbedrijf van eiser. Van dit onderzoek is een afdoeningsrapport opgemaakt. Bij brief van 17 september 2013 heeft verweerder eiser bericht dat hij voornemens is aan eiser bestuurlijke boetes voor in totaal € 26.760,-, op te leggen vanwege overtreding van de gebruiksnorm… Lees meer
Lees verder