Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) heeft op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure omtrent de beoordelingswijze die RVO.nl hanteert bij het bepalen van het feit of een perceel voor de directe betalingen vanuit het GLB kan worden aangemerkt als landbouwgrond. Voorheen hanteerde RVO daarbij de zogenaamde N-code die op de provinciale natuurbeheerkaarten aan een perceel zijn toegekend. Het College heeft in haar uitspraak bepaald dat deze typering niet leidend mag zijn in de beoordeling. Provincies leggen jaarlijks in de natuurbeheerplannen de verschillende natuurbeheer- en landschapsbeheertypen voor percelen en terreinen vast. Dit gebeurt in het kader van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). In de Basisbetalingsregeling (BBR)… Lees meer
Lees verderOver mestboetes, medeplegen, feitelijk leidinggeven en het beginsel van ne bis in idem
Wanneer een mestboete wordt opgelegd aan een Besloten Vennootschap (hierna: BV) wordt regelmatig ook aan de bestuurders van die BV een boete wordt opgelegd vanwege feitelijk leiding geven aan of het medeplegen van de overtreding. Soms gebeurt dit ook voor zowel het feitelijk leidinggeven als het medeplegen. Niet in alle gevallen is dat terecht, zoals blijkt uit onderstaande uitspraak van de Rechtbank Oost Brabant. Eiser heeft een bedrijf [bedrijf 2] dat dierlijke meststoffen van leverancier naar afnemer brengt. [bedrijf 1] en [bedrijf 3] zijn de enige aandeelhouders en tevens bestuurders van [bedrijf 2]. [bedrijf 1] had als enig aandeelhouder en bestuurder de heer [persoon 1]. [bedrijf 3] had als enig aandeelhouder en bestuurder… Lees meer
Lees verderOok in 2013: alleen derogatie bij voldoen aan gebruiksnormen
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak omtrent de vraag of al in 2013 overschrijding van een gebruiksnorm zou leiden tot het intrekken van derogatie. De rechtbank had het beroep van een veehouder die bezwaar had gemaakt tegen het intrekken van derogatie in 2013 vanwege het enkele feit dat hij de gebruiksnormen had overschreden gegrond verklaard. De rechtbank overwoog dat in artikel 25, vierde lid, van de uitvoeringsregeling, niet uitdrukkelijk is bepaald dat het niet voldoen aan alle gebruiksnormen leidt tot het vervallen van de derogatie. Dit gevolg was, naar het oordeel van de rechtbank, per 1 januari 2013 niet duidelijk, voorzienbaar en… Lees meer
Lees verderMatiging van een boetebedrag
Overtredingen van de Meststoffenwet leveren doorgaans een flinke boete op. Meestal zijn er wel inhoudelijke argumenten of standpunten tegen een voorgenomen of opgelegde mestboete in te brengen. Maar wat doe je dit nu niet (meer) het geval is? Wanneer de feiten zijn zoals ze zijn? In hoeverre is het dan mogelijk om (de hoogte van) de boete naar beneden bijgesteld te krijgen? Met andere woorden welke ruimte is er voor matiging van een mestboete? Op het eerste gezicht niet zoveel. De boetebedragen in de Meststoffenwet zijn rechtstreeks opgenomen in diezelfde wet. Hierdoor is het voor het bevoegde gezag niet mogelijk rekening te houden met specifieke of verzachtende omstandigheden in een bepaalde zaak. Dit kan alleen wanneer… Lees meer
Lees verderAlleen eigen geproduceerde mest forfaitair naar natuurterrein
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarin door een veehouderijbedrijf geitenmest was aangevoerd waarvan de gehalten door analyse bekend waren. Deze gehalten waren lager dan de forfaitaire waarden die zijn vastgesteld voor geitenmest. De aangevoerde mest werd uitgereden op natuurterrein, waarvan de veehouder in kwestie het exclusieve gebruiksrecht had. Afvoer van mest naar natuurterrein is afvoer van mest voor het landbouwbedrijf. Voor de berekening van de afvoer maakte de veehouder gebruik van de uitzonderingsregel dat bij afvoer naar natuurterrein in gebruik de forfaitaire normen mogen worden toegepast. Hiervoor kreeg hij een boete opgelegd. De Staatssecretaris stelde dat de uitzondering van het mogen gebruiken van de forfaitaire normen niet van… Lees meer
Lees verderIs genoten financieel voordeel een argument voor matiging van een mestboete?
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarin partijen geen geschil hadden over het feit of er wel of geen overtreding van de Meststoffenwet (hierna: Msw) had plaatsgevonden, maar wel over de hoogte van de boete die daarvoor werd opgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen met 4.767 kilogram stikstof is overschreden en de fosfaatgebruiksnorm met 3.225 kilogram. Wel in geschil is de stelling van appellante dat de hiervoor opgelegde boete van € 51.106,50 geenszins in verhouding staat tot het financieel genoten voordeel en daarmee zou moeten worden gematigd. Appellante heeft hiertoe in hoger beroep aangevoerd dat zij niet behoort tot… Lees meer
Lees verderBewijslast naleving gebruiksnormen ligt altijd bij agrarisch bedrijf
Onlangs deed het College van beroep voor het bedrijfsleven (het College) uitspraak in een zaak die nogmaals aangeeft dat binnen de Meststoffenwet (Msw) de bewijslast met betrekking tot de naleving van de gebruiksnormen altijd ligt bij degene die dierlijke mest op het bedrijf produceert (verantwoordingsplicht) of aanvoert. Een goede administratie met de juiste onderliggende stukken (op papier) is daarvoor essentieel en kan een heleboel ellende voorkomen. In deze casus exploiteren appelanten een agrarisch bedrijf. Het bedrijf is gecontroleerd in het kader van een landelijk onderzoek naar levering van mest waarbij sprake was van een fictieve afnemer bekend onder “[naam 4]”. De bevindingen van het onderzoek met betrekking tot het bedrijf van appelanten zijn vastgelegd in… Lees meer
Lees verderIndividuele omstandigheden betrekken bij vaststellen melkveefosfaatreferentie
Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak in groot aantal beroepszaken waarin door even zoveel melkveehouders (hierna: appellanten), elk afzonderlijk, beroep was aangetekend tegen de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie (hierna: MVFR) voor hun bedrijf. Appellanten exploiteren agrarische bedrijven met melkvee. De Staatssecretaris van economische zaken (hierna: verweerder) heeft voor elk bedrijf met melkvee een MVFR vastgesteld op basis van de bij verweerder bekende referentiegegevens van het gemiddeld aantal gehouden stuks melkvee (inclusief jongvee) en de oppervlakte grond die bij het bedrijf in gebruik was in 2013. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de voor hun bedrijf vastgestelde MVFR met, naast een aantal per bedrijf… Lees meer
Lees verderOver de bewijskracht van GPS losmeldingen
Wanneer een vracht dierlijke mest wordt gelost of geladen, is het verplicht hiervan een zogenaamde GPS melding te doen. Op deze manier wordt de exacte positie van de los- of laadplaats van de betreffende vracht vastgelegd. Dat dergelijke GPS Losmeldingen ook tot discussie kunnen leiden, blijkt uit onderstaande uitspraak van het College voor Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College), die handelde over de bewijskracht die aan GPS losmeldingen mag worden toegekend. In de betreffende casus werd appellant verweten teveel mest te hebben aangevoerd en daarmee de gebruiksnormen te hebben overschreden. Het geschil spitste zich toe op de vraag of 12 vrachten dierlijke mest wel of niet door appellant zouden zijn aangevoerd. Appellant zelf ontkent dat de twaalf vrachten in haar… Lees meer
Lees verderNVV opent Meldpunt Boetes Meststoffenwet
Al eerder maakten we op deze site melding van het zogenaamde fosfaatgat. We gebruikten deze term voor die situaties waarin aan een veehouder een boete worden opgelegd terwijl de ondernemer (vaak van een bedrijf met geen of weinig grond) aangeeft structureel (meer dan) voldoende mest te hebben afgevoerd, maar de balans toch niet sluitend kan krijgen en daarmee niet kan voldoen aan de verantwoordingsplicht. De exacte oorzaak van een dergelijk fosfaatgat blijft onduidelijk, maar is meer dan waarschijnlijk terug te voeren tot spreiding en onnauwkeurigheden in het systeem en de gebruikte systematiek of andere heterogeniteit in de mestafvoer of mestaanvoer. De juridische interessante vraag is in hoeverre en wanneer dergelijke spreiding en onnauwkeurigheden kunnen worden aangevoerd als een… Lees meer
Lees verder