Artikel 5.46 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) stelt dat een bestuursorgaan een bestuurlijke boete afstemt op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten en daarbij zo nodig rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. In het derde lid van hetzelfde artikel wordt gesteld dat het boetebedrag dient te worden gematigd wanneer zich een bijzondere omstandigheid voordoet. Of bepaalde omstandigheden in deze relevant zijn en wat als bijzondere omstandigheid kwalificeert dient per situatie te worden afgewogen. Een aardig voorbeeld is onderstaande uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 15 september 2015. De Casus Een paardenhouder die beschikt over 4.90 hectare grasland… Lees meer
Lees verderHet fosfaatgat (deel 1)
Het stikstofgat is een inmiddels bekend fenomeen, dat ook op deze site ook regelmatig aan de orde komt. Over het fosfaatgat gaat het minder vaak. Uit analyse van een kleine 150 balansen van staldierbedrijven bleek dat bij volledige afvoer van de mestproductie gemiddeld 3,5% fosfaat minder werd afgevoerd dan er werd geproduceerd. Dit lijkt misschien niet veel, toch is het een factor van belang. Zeker als dit zich jaar na jaar voordoet. Wat is het fosfaatgat? Om deze vraag te beantwoorden nemen we een varkensbedrijf met geen of weinig grond als voorbeeld. Alle mest wordt afgevoerd van het bedrijf. De geproduceerde hoeveelheid fosfaat die wordt berekend in de stalbalans, wordt echter niet teruggevonden in de… Lees meer
Lees verderHuren mestopslag altijd op papier…
Regelmatig krijgen we bij mestboete.nl vragen over de (tijdelijke) huur en verhuur van mestopslagen bij derden. Dit varieert van een silo tot opslag van (vaste) mest op een betonnen opslagplaat. Wanneer mest naar een gehuurde opslag wordt gebracht of vanuit die opslag wordt teruggehaald of uitgereden, is het zaak dat kan worden aangetoond dat de betreffende opslag tot het hurende bedrijf hoort. Een mondelinge afspraak en verrekening met andere kosten kan dan onvoldoende zijn, zoals blijkt uit onderstaande casus waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) onlangs uitspraak deed. Aan een bedrijf werd een boete opgelegd voor in het totaal € 2100 voor zeven overtredingen bij het transport van… Lees meer
Lees verder‘Boeren krijgen bijna nooit een boete’
De afgelopen weken was er, ook op mestboete.nl, veel aandacht voor de intensivering van de controles op fraude met mestafvoer. Het artikel hiernaast uit ‘Stal en Akker’ is daar een voorbeeld van. Het is geschreven vanuit de distributeurs en transporteurs van mest. De strekking van het artikel is duidelijk: ‘het zijn de cowboys die het verpesten voor de rest’. Het artikel spreekt verder voor zich, behalve de conclusie: ‘boeren krijgen bijna nooit een boete’. Die conclusie strookt niet met de ervaring die we bij mestboete.nl hebben. Integendeel: De hoogste boetes komen vaak bij de boeren terecht. Niet eens door de boete voor het onjuist opmaken van een vervoersdocument mest, maar wel door de invloed die… Lees meer
Lees verderOver verwijtbaarheid bij en matiging van mestboetes
Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna CBb) uitspraak in een casus die onder andere handelde over verwijtbaarheid en matiging van een mestboete. We hebben dit onderwerp al vaker besproken op mestboete.nl. Het gevoel: ‘ik kon er niets aan doen’ leeft vaak bij de ontvanger van de boete, maar dient juridisch anders te worden uitgelegd zoals blijkt uit de casus in deze uitspraak. Een akkerbouwer voerde dierlijke mest aan. Toen de uitslagen van de analyses bekend waren, bleken deze hoger uit te vallen dan verwacht. Probleem, aldus de akkerbouwer, is dat niemand op voorhand kan zien wat exact de mineralensamenstelling is van de mest die wordt aangevoerd; dat… Lees meer
Lees verderWat in de bezinklaag zit, kan niet worden afgevoerd
Sinds enkele jaren kent RVO bij op te geven mestvoorraden het begrip bezinklaag: Een laag onderin een mestopslag die zo weinig vloeibaar is dat deze bij het afzuigen van de desbetreffende put niet kan worden afgevoerd. Het inrekenen van een dergelijke bezinklaag heeft bij veel – vooral – varkenshouders tot een aanzienlijke verlaging van de mestboete geleid. Feit is echter ook dat er niet veel over de opbouw en ontwikkeling van dergelijke lagen bekend is. RVO baseert zich bij het bepalen van de aangroei ervan en de gehalten er in, op een WUR rapport van 2003 opgesteld op basis van een beperkt aantal bedrijven. Dat dit niet zonder meer door iedere rechter wordt geaccepteerd bleek onlangs in… Lees meer
Lees verderNader onderzoek gewenst…..
Wie in de tabellenbrochure Mestbeleid 2015 kijkt bij de normen voor de aan- en afvoer van dieren en meer specifiek van varkens (zie Figuur hieronder), ziet dat de fosfaatnorm per kg lichaamsgewicht voor vleesvarkens, fokzeugen, fokberen, slechtzeugen en biggen van circa 25 kg (ongeveer) gelijk zijn. De norm van opfokzeugen wijkt met 0.0132 kg fosfaat per kg lichaamsgewicht hier van af. Een foutje ? Twee cijfers omgedraaid ? Neen, het is een wijziging die is aangebracht naar aanleiding van onderzoek door Wageningen UR Livestock Research (klik hier voor dit rapport). Op basis van dit onderzoek heeft de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet geadviseerd om de forfaitaire normen voor de P-vastlegging in opfokzeugen… Lees meer
Lees verderFosfaat vervluchtigt niet en spoelt (bijna) niet uit
Onlangs deed de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een zaak die onder andere handelde over de vraag of fosfaat uit een (mest)voorraad kan verdwijnen. De verweerder (RVO) in deze zaak had aan een viertal eisers een bestuurlijke boete opgelegd van in totaal € 495.000,-. Dit omdat in de periode 1 januari 2008 tot en met 13 september 2010 93.367 kg fosfaat niet was verantwoord. Uit het onderzoek van de toenmalige Algemene Inspectiedienst (thans Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, hierna: NVWA) blijkt in het kort dat door eisers 93 vrachten (3.162 ton) vaste dierlijke meststoffen met 159.032 kg fosfaat zijn aangevoerd. Deze mest is vervolgens gemengd met partijen grond, waarbij de ontstane partijen maximaal 10% dierlijke meststoffen bevatten. De totale hoeveelheid werd opgegeven als… Lees meer
Lees verderEen termijn van orde….
Al eerder kwam op deze site het begrip ‘redelijke beslistermijn’ aan de orde. Dit in het kader van de termijn die mag verstrijken tussen het moment van de aankondiging van het voornemen tot het opleggen van een boete tot het moment dat de definitieve boete wordt opgelegd. Een andere termijn die vaak wordt genoemd is de zogenaamde 13 weken termijn: Binnen 13 weken na dagtekening van een proces-verbaal van de NVWA moet door het bevoegde gezag een besluit worden genomen over de boete. Hoe deze termijn moet worden geïnterpreteerd blijkt uit onderstaand voorbeeld: Bij besluit van 16 december 2010 heeft de staatssecretaris aan appellant een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van… Lees meer
Lees verderVerwijtbaarheid bij overschrijding van de gebruiksnormen
Regelmatig wordt in procedures rond de overschrijding van de gebruiksnormen een beroep gedaan op schuld en verwijtbaarheid: Er is weliswaar sprake van een overschrijding van de gebruiksnormen, maar dit kan niet worden aangemerkt als verwijtbaar: ‘de gehalten in de aangevoerde mest vielen hoger uit dan gedacht’ of juist ‘de gehalten in de afgevoerde mest vielen lager uit dan verwacht’. Gevoelsmatig en bezien vanuit de praktijk volledig te begrijpen, maar de rechter zal er ongevoelig voor zijn. Een belangrijk uitgangspunt binnen de Meststoffenwet (hierna: Msw) is de verantwoordingsplicht. Artikel 7 van de Msw stelt dat het verboden is om meststoffen op of in de bodem te brengen. In artikel 8 van… Lees meer
Lees verder