Regels en verplichtingen voor houders van hobbydieren

De normen en verplichtingen van de Meststoffenwet gelden alleen voor bedrijfsmatig gehouden dieren. Bedrijfsmatig wil in dit kader zeggen: dieren gehouden voor ‘gebruiks- of winstdoeleinden’. Dieren die louter om hobbymatige redenen of als gezelschapsdier of voor educatieve doeleinden (zoals dierentuinen en kinderboerderijen) worden gehouden vallen niet onder bedrijfsmatig gehouden dieren. Voor de houders van deze dieren gelden dan ook niet de administratieve verplichtingen van de Meststoffenwet. Zo hoeft bijvoorbeeld een hobbydierhouder bij de afvoer van mest bijvoorbeeld geen Vervoersdocument Dierlijke Mest (VDM) in te vullen. Al eerder hebben we op deze site aandacht besteed aan hobbydieren op het agrarische bedrijf. Maar hoe zit het met de verplichtingen van hobbydierhouders? En,… Lees meer

Lees verder

Een reststof of een meststof?

Een akkerbouwer kreeg onlangs van de politierechter een boete van 750 euro opgelegd, waarvan 500 euro voorwaardelijk, voor het storten van uienafval op een perceel van een collega. De akkerbouwer was het niet eens met het schikkingsbedrag van 700 euro dat hem in deze aangelegenheid was voorgelegd en liet de zaak voor de rechter komen. Normaal strooide de akkerbouwer de uienresten uit over zijn eigen land. Maar wanneer zijn land te nat was, mocht hij het uienafval ook op het perceel van een collega verspreiden. Daar had hij toestemming van zijn collega voor. Dat de akkerbouwer ondanks deze toestemming toch een boete kreeg lijkt merkwaardig. Uien, maken immers deel uit van de lijst van… Lees meer

Lees verder

Geen alternatief voor AGR/GPS bij transport van vaste mest

We hebben op mestboete.nl al eerder aandacht besteed aan de nieuwe regels voor de registratie van het  transport van vaste mest met AGR/GPS.  Kern van de nieuwe regels is dat een losse GPS, zoals die tot nu toe werd gebruikt, volgens het ministerie te fraudegevoelig is en men er daarom vast, op het transportmiddel dat vaste mest vervoert, gemonteerde AGR/GPS installaties verplicht stelt. Deze nieuwe regels zouden in eerste instantie per 1 januari 2015 van kracht worden. Hierop volgde uitstel tot 1 april 2015 omdat er niet tijdig voldoende systemen op de markt beschikbaar waren. Daarbij werd wel ruimte gegeven aan de sector om met een alternatief te komen. Onlangs werd echter duidelijk dat… Lees meer

Lees verder

Verantwoorde groei melkveehouderij: begrijpt u het nog ?

Er is de afgelopen dagen veel gezegd over de AmvB Verantwoorde groei melkveehouderij. Als één ding duidelijk is, dan is het wel dat nog lang niet alles duidelijk is. Het is dan ook een erg complexe systematiek geworden – met verschillende referentiejaren, waarin zowel de Wet als de AmvB een rol spelen, die soms ook door elkaar worden gehaald – dat niet direct valt te overzien. Mestboete.nl zet de basis van het systeem op een rij. Artikel 21 eerste lid van de Meststoffenwet (hierna: Msw) stelt dat er een verbod is om fosfaat te produceren met melkvee. Gelukkig zijn op dit verbod zijn een viertal uitzonderingen gegeven: Bedrijven die minder dan 250 kg… Lees meer

Lees verder

Groei melkveehouderij alleen met extra grond

Melkveebedrijven moeten hun grondgebonden karakter behouden en versterken. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer waarmee ze de algemene maatregel van bestuur (AMvB) grondgebondenheid aanbiedt. Dat betekent dat melkveebedrijven die uitbreiden dat voor een deel moeten baseren op meer grond. De AMvB is onderdeel van de  Wet verantwoorde groei melkveehouderij die op 1 januari 2015 van kracht is geworden. Deze wet bepaalt dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beperkingen zullen worden gesteld aan de mogelijkheid om grondloos te groeien. De invulling daarvan staat beschreven in de brief van de staatssecretaris. De AMvB heeft tot doel te borgen dat uitbreiding in de melkveehouderij tenminste gedeeltelijk grondgebonden plaatsvindt. Melkveebedrijven… Lees meer

Lees verder

Wijziging Bgm en Ubm 2015

Vanaf  10 maart ligt een ontwerpwijziging van het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet  (Ubm) ter inzage. Gedurende  een termijn van zes weken kan iedereen die wil een zienswijze met betrekking tot deze wijziging van het besluit indienen via een  zogenaamde internetconsultatie. De consultatie is bedoeld om bij gebruikers/toepassers en andere belanghebbenden na te gaan of de voorgenomen veranderingen in de regelgeving voldoende aansluiten bij de praktijk en of ze haalbaar zijn. De aanpassingen in het Bgm zijn gericht op: het verantwoord kunnen gebruiken van herwonnen fosfaten, het toepassen van drijfmest bij de inzaai van winterkoolzaad voor (olie)zaadwinning in het volgende seizoen, het toepassen van stikstofkunstmest in de… Lees meer

Lees verder

Een termijn van orde….

Al eerder kwam op deze site het begrip ‘redelijke beslistermijn’ aan de orde. Dit in het kader van de termijn die mag verstrijken tussen het moment van de aankondiging van het voornemen tot het opleggen van een boete tot het moment dat de definitieve boete wordt opgelegd. Een andere termijn die vaak wordt genoemd is de zogenaamde 13 weken termijn: Binnen 13 weken na dagtekening van een proces-verbaal van de NVWA moet door het bevoegde gezag een besluit worden genomen over de boete. Hoe deze termijn moet worden geïnterpreteerd blijkt uit onderstaand voorbeeld: Bij besluit van 16 december 2010 heeft de staatssecretaris aan appellant een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van… Lees meer

Lees verder

Verwijtbaarheid bij overschrijding van de gebruiksnormen

Regelmatig wordt in procedures rond de overschrijding van de gebruiksnormen een beroep gedaan op schuld en verwijtbaarheid: Er is weliswaar sprake van een overschrijding van de gebruiksnormen, maar dit kan niet worden aangemerkt als verwijtbaar: ‘de gehalten in de aangevoerde mest vielen hoger uit dan gedacht’ of juist ‘de gehalten in de afgevoerde mest vielen lager uit dan verwacht’. Gevoelsmatig en bezien vanuit de praktijk volledig te begrijpen, maar de rechter zal er ongevoelig voor zijn. Een belangrijk uitgangspunt binnen de Meststoffenwet (hierna: Msw) is de verantwoordingsplicht. Artikel 7 van de Msw stelt dat het verboden is om meststoffen op of in de bodem te brengen. In artikel 8 van… Lees meer

Lees verder

Spuiwater als meststof

Helicon opleidingen in Boxtel organiseerde onlangs een bijeenkomst over spuiwater als meststof. Tijdens deze bijeenkomst kwamen de technische aspecten van spuiwater als meststof aan de orde. Zo werd gesproken over de producteigenschappen van spuiwater en de machines die kunnen worden gebruikt voor de toediening ervan (zie ook het filmpje hieronder). Daarbij werd, omdat het gaat om een vloeibare meststof, vaak de verbinding gemaakt met precisiebemesting. De toepassing van vloeibare meststoffen vindt immers plaats in de rij, waarbij de dosering kan worden aangepast tijdens het toedienen. Vloeibare meststoffen zijn hiervoor meer geschikt dan korrelmeststoffen.   Spuiwater is een restproduct van een luchtwassysteem. Spuiwater is ook een meststof in opkomst. Sommigen noemen het de stikstofmeststof van de 21e eeuw. Of… Lees meer

Lees verder

Hoe zat het ook weer met mest uitrijden in 2015?

Vanaf 16 februari mag er weer drijfmest op grasland worden uitgereden. Dit mocht al eerder op bouwland, maar door de natte omstandigheden is het er wellicht nog niet van gekomen. Maar hoe zat het ook weer met de verschillende uitrijdperioden voor dierlijke mest? Hieronder een kort overzichtje:  Grasland Op alle grondsoorten mag u van 16 februari tot 1 september drijfmest uitrijden. Op zand en lössgrond mag u van 1 februari tot 1 september vaste mest uitrijden. Op klei- en veengrond mag u van 1 februari tot 16 september vaste mest uitrijden. Bouwland Op alle grondsoorten mag u van 1 februari tot 1 augustus drijfmest uitrijden. Tot 1 september uitrijden is… Lees meer

Lees verder