Onlangs deed de Rechtbank Limburg uitspraak in een zaak waarin sprake was van dubbele, dubbele beboeting voor dezelfde overtreding. Kon dit zomaar? Wat was de situatie? Eiseres BV houdt zich onder meer bezig met de opslag van mest. Eiser is bestuurder van eiseres BV. Zusteronderneming BV, waarvan eiser eveneens bestuurder is, houdt zich onder meer bezig met mesthandel-, vervoers- en transportactiviteiten. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) heeft eiseres BV gecontroleerd op naleving van de Msw. Daarbij is gebleken dat (onder andere) op elf vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (VDM’s) door de leverancier (feitcode M305) gegevens zijn gewijzigd of onleesbaar zijn gemaakt. Hiervoor wordt per VDM een boete van € 300,-… Lees meer
Lees verderDe correctie voor het stikstofgat gecorrigeerd?
Een veel voorkomend fenomeen bij de uitwerking van de gebruiksnormenberekening op varkensbedrijven was dat uit de berekening naar voren kwam dat geen overschrijding had plaats gevonden van de fosfaatgebruiksnorm, maar wel van de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest. Dit terwijl er (meer) dan voldoende mest was afgevoerd. Een probleem dat er op wees dat de vaste norm voor de vervluchtiging van stikstof (de norm voor het stikstofverlies per dier) te laag werd vastgesteld ten opzichte van de verliezen die daadwerkelijk plaatsvonden op het bedrijf in kwestie. Op grond van een toezegging van de toenmalige minister Veerman in 2006 werd hiervoor een extra afvoerpost toegepast die corrigeerde voor dit zogenaamde stikstofgat. Deze… Lees meer
Lees verderZijn de boetebedragen in de Meststoffenwet te hoog ? Of niet hoog genoeg?
Boetes voor overtredingen van de Meststoffenwet (hierna: Msw) kunnen fors zijn. Heel fors! Dit is ook de bedoeling van de minister. Dergelijke boetes moeten ’afschrikwekkend’ zijn. Daarom zijn ze ook letterlijk in de wet opgenomen: wettelijk gefixeerd wordt dat genoemd. De vraag is dan ook deze wettelijk gefixeerde boetebedragen voldoen aan waar ze voor zijn bedoeld: afschrikwekkend zijn, zonder dat het bedrijven de kop kost? In het kader van de versterkte handhavingsstrategie mest heeft de minister de afgelopen periode het sanctiebeleid bij overtredingen van de Msw nader laten bekijken. Hiertoe heeft de minister de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) gevraagd om een advies over de hoogte van de bestuurlijke boetes… Lees meer
Lees verderGehalten in koek na mestscheiding
Monsters van vaste mest bestaande uit koek na scheiding van rundveemest (mestcode 13) en varkensmest (mestcode 43) mogen sinds 1 oktober 2017 alleen worden genomen door onafhankelijke monsternemers van een geaccrediteerde en erkende organisatie. Deze maatregel is destijds geïntroduceerd om manipulatie van gehalten bij de monstername uit te sluiten en de uniformiteit van de monstername (en daarmee van de analyse uitslagen) te verbeteren. Het ging er daarbij vooral om onverklaarbare (extreem) hoge gehalten uit te sluiten en discussies omtrent de rechtmatigheid daarvan te voorkomen. Dat sommige gehalten als (te) hoog konden worden aangemerkt was duidelijk. Minder duidelijk is welke gehalten nu als ’te’ hoog dienen te worden aangemerkt. In december… Lees meer
Lees verderBij twijfel over de gehalten in koek na mestscheiding moet eerst de afvoer aannemelijk kunnen worden gemaakt
Onlangs deed de Rechtbank Limburg uitspraak in een zaak waarin de afvoer van twee vrachten koek na mestscheiding van het bedrijf van eiseres door verweerder was geschrapt. Uit een onderzoek naar het bedrijf Hamefo Nederland BV (Hamefo), is gebleken dat dit bedrijf Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM’s) voor transporten van dierlijke mest opmaakte en registreerde, maar deze transporten in werkelijkheid niet zou hebben uitgevoerd. Het betrof veelal vrachten koek na mestscheiding die zouden zijn vervoerd naar Mestverwerking Fryslȃn BV (MVF). De analyses van deze vrachten vertoonden bovendien vaak opmerkelijk hoge stikstof- en fosfaatgehaltes. Het vermoeden is dat ten tijde van een werkelijk mesttransport extra VDM’s werden ingevuld. Op deze VDM’s werd… Lees meer
Lees verderOpgeven van de voorraad dierlijke mest in de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven
Een groot aantal bedrijven heeft onlangs weer het verzoek gekregen om voor 1 februari 2018 de zogenaamde aanvullende gegevens landbouwbedrijven 2017 (hierna: AGL2017) door te geven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Een onderdeel van deze opgave is de voorraad dierlijke mest per 31 december 2017. Het belang van deze opgave mag niet worden onderschat. RVO stelt grote waarde te hechten aan de opgave van een ondernemer en daar zonder zeer concrete motivatie ook niet meer van af te wijken. De basis voor de voorraadbepaling wordt gevonden in artikel 68, lid 3 van het uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna Urm) waarin wordt gesteld: ’De op een bedrijf waar dierlijke meststoffen… Lees meer
Lees verderTijdige actie geboden bij hogere gehalten in aangevoerde mest
Een onzekere factor bij de levering van mest zijn de gehalten die volgen uit de analyse. Hoewel in de meeste gevallen daarvoor redelijk goed een bandbreedte kan worden aangegeven vallen de gehalten soms hoger of juist lager uit dan vooraf verwacht. Vooral bij hogere gehalten kan een situatie ontstaan waarbij daardoor de gebruiksnormen worden overschreden door de aanvoerende partij. Een vervelende situatie die nog vervelender kan worden wanneer daar niet tijdig op wordt gereageerd. Dit blijkt ook uit onderstaand geschil waarin de Rechtbank Overijssel onlangs uitspraak deed. [X] heeft in de periode van maart tot en met april 2012 ongeveer 600 ton mest geleverd aan [A]. Deze mest is gewogen en bemonsterd. Het gehalte aan fosfaat blijkt echter… Lees meer
Lees verderMestfraude of Mestopslag: het verschil tussen overtreder en slachtoffer
Op deze site besteden we met enige regelmaat aandacht aan het belang van het vooraf duidelijk en eenduidig vastleggen van afspraken. Dit geldt zeker als het om de aan- en afvoer van mest gaat. Hier moet een gewaarschuwd mens voor drie tellen. Waarom dat is blijkt onder andere uit onderstaande zaak waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het College) onlangs uitspraak deed. Uit een strafrechtelijk onderzoek onder de naam “Osagedoorn” is onderzoek gedaan het lossen/afleveren van dierlijke meststoffen waarbij op de vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (VDM’s) fictieve afnemers zijn vermeld. Uit het onderzoek komt naar voren dat dierlijke meststoffen vermoedelijk fictief zijn afgeleverd op naam van diverse particulieren, zonder relatienummer. Naar aanleiding… Lees meer
Lees verderOnafhankelijk monsternemer bij afvoer dikke fractie
Op 17 december 2016 is een wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet vastgesteld en gepubliceerd (Stcrt. 2016, 69127). Deze wijziging heeft betrekking op de introductie van een extra voorwaarde bij de afvoer van vaste mest (dikke fractie) na mestscheiding. Deze voorwaarde is dat deze moet worden bemonsterd door een onafhankelijke monsternemer. De staatsecretaris heeft nu aangegeven dat de wijziging van kracht wordt met ingang van 1 oktober 2017. Achtergrond Vaste mest (dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn), wordt in de huidige situatie handmatig bemonsterd door de vervoerder. Hoewel is voorschreven dat de vervoerder een representatief monster moet nemen, worden met enige regelmaat hoge gehalten geregistreerd. Om te voorkomen dat dergelijke ‘uitbijters’ kunnen worden toegeschreven aan de veehouder die de mest afvoert, wordt de… Lees meer
Lees verderHoe zat het ook weer met de uitrijperioden voor dierlijke mest?
Het is weer die tijd van het jaar dat de vraag relevant is hoe het ook al weer precies zat met de perioden waarin het is toegestaan om op welke grond dierlijke mest toe te dienen. Immers de uitrijdperioden voor dierlijke mest zijn afhankelijk van het type mest, de grondsoort en of er sprake is van grasland of bouwland. Hieronder een kort overzicht van de uitrijdperioden voor gras- en bouwland. In het overzicht daaronder vindt u de uitrijdperioden voor dierlijke mest per maand. Grasland Het uitrijden van drijfmest mag vanaf 16 februari tot 1 september op alle grondsoorten. Het uitrijden van vaste mest is toegestaan vanaf 1 februari tot 1 september op zand en lössgrond. Op… Lees meer
Lees verder