Onlangs deed de rechtbank Oost Brabant uitspraak in een zaak waarin – kort en zakelijk beschreven – een melkveehouder (hierna: eiseres), ongeveer 600 ton rundveemest had gescheiden. De koek na mestscheiding, 110 ton, was door middel van drie vrachten van het bedrijf afgevoerd. Uit de analyses van de monsters van deze vrachten kwamen hogen gehaltes aan stikstof en fosfaat. Gehalten die – volgens de minister – uitsluitend door manipulatie tot stand konden zijn gekomen. De drie afgevoerde vrachten zijn daarop door de minister onder verwijzing naar artikel 3 van de Meststoffenwet (hierna: Msw) volledig buiten beschouwing gelaten bij de berekening of aan de gebruiksnormen en de mestverwerkingsplicht is voldaan en… Lees meer
Lees verderHerbeoordeling uitspraken College van 18 december 2020 (vervolgd)
Naar aanleiding van de uitspraken van het College van 18 december 2018 heeft de minister alle opgelegde boetes wegens overtreding van de artikelen 7 en 14 van de Msw opnieuw beoordeeld. Deze herbeoordeling heeft ertoe geleid dat ongeveer 80% van het aantal opgelegde boetes is komen te vervallen, 20% is (gedeeltelijk) in stand gebleven. Uiteindelijk zijn in 138 boetebesluiten waartegen bezwaar liep de boetes, geheel of gedeeltelijk ingetrokken. Welke boetes zijn vervallen en welke niet, hangt af van de omstandigheden. Indien bijvoorbeeld alleen een marge is toegepast op de afvoer van mest, komt de gehele boete te vervallen. Indien een veehouder alleen meststoffen aanvoert vervalt de betrokken aanvoerpost. Zo wordt… Lees meer
Lees verderMestopslag (ver)huren? Afspraken maken!
Dat het belangrijk is om bij de huur of verhuur van een mestopslag vooraf duidelijke afspraken met elkaar te maken en die ook vast te leggen is helder. Duidelijkheid over de afspraken en voorwaarden is belangrijk voor zowel de huurder als de verhuurder, of het nu gaat over afspraken gedurende de overeenkomst, maar ook over de situatie bij aanvang van de (ver)huurperiode en bij de afloop daarvan. Als is het maar om na afloop van de huurperiode jarenlange procedures te voorkomen, zoals blijkt uit onderstaande zaak waarin het Gerechtshof ’s Hertogenbosch onlangs uitspraak deed. Appellanten zijn de zonen van wijlen [vader van appellanten] en enig erfgenamen in diens nalatenschap. [vader… Lees meer
Lees verderOver het verbod van reformatio in peius
Het verbod van reformatio in peius is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Kortweg houdt het verbod in dat het instellen van bezwaar er niet toe mag leiden dat het bestuursorgaan de procedure gebruikt om een verslechtering van de positie van appellant te bereiken die zonder deze procedure niet mogelijk zou zijn. Het betekent dus bijvoorbeeld dat wie bezwaar maakt tegen een bestuurlijke boete niet naar aanleiding van hetgeen blijkt uit deze procedure een hogere boete krijgt opgelegd. Op het verbod is echter ook een uitzondering: wanneer een bestuursorgaan dat over het bezwaar oordeelt tevens bevoegd is tot het wijziging of intrekken van een beschikking is het verbod niet van… Lees meer
Lees verderHoe verder met mestboetes van voor 18 december 2018?
Zoals al eerder op deze site gemeld heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) 18 december 2018 een drietal uitspraken gedaan die verregaande gevolgen (kunnen) hebben voor lopende procedures waarbij mestboetes zijn aangekondigd of al zijn opgelegd. Een kort overzicht over achtergrond en de gevolgen van deze uitspraken: Handhavingsmarges Wanneer een bestuurlijke boete wordt opgelegd of het voornemen daartoe wordt aangekondigd bevat deze een berekening waaruit blijkt hoe men tot het boetebedrag is gekomen. In deze berekening worden bepaalde posten bijgesteld in het voordeel van betrokkene. Deze bijstellingen worden tolerantie-, zekerheids- of handhavingsmarges genoemd. Kort door de bocht kunnen ze worden vergeleken met de correctie… Lees meer
Lees verderRVO publiceert correcties voor gewogen en bemonsterde metingen
In een vorig bericht kwam al aan de orde dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het College) in een drietal uitspraken heeft aangegeven dat, in verband met het grondrecht van de onschuldpresumptie veehouders voldoende kans dienen te krijgen om zich tegen een aan zijn of haar mestboekhouding ontleende bewijsvermoedens te verweren. Dat kan de veehouder alleen, zo oordeelde het College, als de minister de door hem gebruikte correctiefactoren en marges (op tijd) onthult. Eerder publiceerde RVO al een aantal van deze marges. Onlangs heeft men de overige marges en correctiefactoren gepubliceerd. Deze marges en correcties gelden voor de posten in de mestboekhouding waarbij sprake is een weging en/of… Lees meer
Lees verderGeheime marges niet toegestaan
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) heeft op 18 december 2018 in een drietal hoger beroepen de boetes voor overtreding van de Meststoffenwet geschrapt. Het College oordeelde in deze uitspraken dat het de veehouders aan een redelijke mogelijkheid ontbrak om zich te verweren tegen het feit dat hun mestboekhouding niet sluitend was of niet werd voldaan aan de gebruiksnormen en de conclusie van de minister dat zij de Meststoffenwet zouden hebben overtreden. Veehouders moeten een mestboekhouding voeren, waarin zij productie, afvoer en opslag van mest verantwoorden. Als die boekhouding niet sluit of de gebruiksnormen worden overschreden dan vormt dat een aanwijzing voor het niet voldoen aan… Lees meer
Lees verderBij twijfel over de gehalten in koek na mestscheiding moet eerst de afvoer aannemelijk kunnen worden gemaakt
Onlangs deed de Rechtbank Limburg uitspraak in een zaak waarin de afvoer van twee vrachten koek na mestscheiding van het bedrijf van eiseres door verweerder was geschrapt. Uit een onderzoek naar het bedrijf Hamefo Nederland BV (Hamefo), is gebleken dat dit bedrijf Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM’s) voor transporten van dierlijke mest opmaakte en registreerde, maar deze transporten in werkelijkheid niet zou hebben uitgevoerd. Het betrof veelal vrachten koek na mestscheiding die zouden zijn vervoerd naar Mestverwerking Fryslȃn BV (MVF). De analyses van deze vrachten vertoonden bovendien vaak opmerkelijk hoge stikstof- en fosfaatgehaltes. Het vermoeden is dat ten tijde van een werkelijk mesttransport extra VDM’s werden ingevuld. Op deze VDM’s werd… Lees meer
Lees verderFosfaatrechten van ingeschaarde dieren
Fosfaatrechten worden toegekend op basis van het aantal stuks melkvee dat op 2 juli 2015 op een bedrijf werd gehouden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het houderschap en niet de eigendomssituatie met betrekking tot dat melkvee doorslaggevend is. In het geval van in- en uitscharen van dieren worden de fosfaatrechten daarmee toegekend aan de inschaarder. Vervolgens biedt de wet de mogelijkheid om indien een landbouwer voor 1 april 2018, had gemeld en aangetoond dat hij op 2 juli 2015 melkvee had uitgeschaard, het fosfaatrecht kon worden herverdeeld. Hierbij wordt het fosfaatrecht van de uitschaarder verhoogd en het fosfaatrecht van de inschaarder, met diens instemming, verlaagd. Maar wat wanneer de inschaarder… Lees meer
Lees verderEen stikstofgat op graasdierbedrijven: kan dat?
Het gebeurt regelmatig: bij het opstellen van een berekening om te bezien of is voldaan aan de gebruiksnormen op een veehouderijbedrijf: Er wordt ruim voldaan aan de gebruiksnorm voor fosfaat, maar voor de gebruiksnorm voor stikstof in dierlijke mest is dit niet het geval is. Dit terwijl er (berekend op basis van de verwachting) en de mutatie van de voorraden dierlijke mest meer dan voldoende dierlijke mest (volume) werd afgevoerd. Dit fenomeen wordt het ‘stikstofgat’ of ‘stikstofhiaat’ genoemd. Het probleem van het stikstofgat wordt ook binnen het beleid en de handhavingspraktijk onderkend. Inmiddels is correctie voor het stikstofgat gangbare praktijk in bepaalde sectoren (staldieren) en onder bepaalde omstandigheden (voldoende representatieve… Lees meer
Lees verder